dinsdag 28 november 2006

Kleine votiefurne

Een gelijkaardige votiefurne is in 1936 gevonden
door landbouwer G. Van Gijseghem. Onderpastoor
De Brouwer ontdekte de urne op zijn schouw
in 1946.

Prof. dr. S. J. De Laet

Prof. dr. S. J. De Laet aan het werk
tijdens de opgravingen in 1950.
(c) Universiteit Gent, dossier
prof. dr. J. S. De Laet.

De Brouwer

Jozef De Brouwer, toen onderpastoor
van Hofstade, begon met de opgravingen.

maandag 27 november 2006

Tentoonstellingskast

Een beeld van één van de kasten op de
tentoonstelling "Hofstade onder de
archeologische loep", september 2005.

Structuur van het heiligdom

Toen in 1950 prof. dr. J. S. De Laet een grootschalig onderzoek verrichtte naar de muur die het jaar daarvoor was gevonden kon hij de structuur van het Gallo-Romeinse heiligdom vastleggen. De muur (temenos) was trapeziumvormig met een lengte van 23 m en een breedte van 15 m. De benen van het trapezium maten 48 m. De fundamenten van de muur bestonden uit blokken zwarte Doornikse kalksteen. Van de zuidoosthoek ontbraken muurresten, wellicht was daar de doorgang gesitueerd. In het midden van de omheinde temenos vond De Laet nog meer muurresten. Deze hadden een bijna vierkante vorm en waren oostelijk georiënteerd (een afwijking van 17° van het magnetische noorden). De afmetingen bedroegen: 6,75 m (O), 6,85 m (N), 6,60 m (W), 7,10 m (Z). Binnen dit vierkant dat de ruimte van de cella (heiligste ruimte) vormde bevonden zich nog muurresten. In het midden van de oostgevel was een opening van 1,20 m breed. Vermoedelijk was dit de ingang van de tempel. In de westgevel zat een opening van ongeveer 60 cm waarvan men dacht dat dit een tweede ingang was die toegang gaf tot een klein vertrek van 2 m op 2 m. Vanuit dit vertrek was een andere doorgang naar de cella. Over deze tweede ingang is er nu nog steeds discussie. De steenblokken van de fundering van het heiligdom bestonden uit op elkaar gestapelde blokken Balegemse zandsteen. Deze was niet samengehouden met mortel maar met aangestampte aarde. Verder zaten er verspreid stukken Doornikse kalksteen tussen en grote stukken tegulae. Boven deze funderingen van ongeveer 80 cm tot 1 m hoog, werd verder gebouwd met houten planken en balken. De aanwezigheid van een groot aantal nagels en ijzeren haken wijzen daarop. De dakbedekking bestond uit tegulae en imbrices, deze werden in grote getallen teruggevonden. Binnen de omheining en in de cella zelf werden er nog offerkuilen aangetroffen. Er zijn geen sporen aangetroffen van een zuilengalerij wat dit tempelgebouw onderscheidt van een Romeinse tempel. Over de inhoud hiervan zal ik het hebben in een latere blog.
(Voor een ruimere beschrijving kan men terecht in de brochure "Hofstade onder de archeologische loep" uitgegeven door de HK Denderland). Deze brochure is ook te koop in het museum.

Een interpretatie op maquette van hoe de site
Steenberg er vermoedelijk heeft uitgezien.

zondag 26 november 2006

Logboek 25/11/2006: 3de werkdag

Locatie: "Oud Hospitaal", Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u - 18u
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Johny De Mol, Patrick Monsieur, Jelle Van Den Bergh (losse medewerker), Walter Callebaut, Willy Van Paepeghem
Werkzaamheden: In overleg met Patrick wordt besloten om verder te inventariseren per doos. Verdere refitting van de scherven. Meerdere dozen worden verder opengelegd.

Verslag 3de werkdag: zaterdag 25/11/2006

Zaterdag 14 uur, de vaste afspraak om de werkzaamheden aan te vatten in ons reeds vertrouwde omgeving in het museum. Zelf kon ik om familiale reden onmogelijk aanwezig zijn. Hubert en Johny die wel paraat waren, stonden in voor de werkzaamheden en voor de ontvangst van eventueel nieuwe geïntresseerden. Zoals afgesproken was Patrick Monsieur ook aanwezig om nog verdere richtlijnen te geven. Zo is er afgesproken om de ingeslagen weg te blijven volgen en te werken per doos, dus geen vermenging van materiaal uit verschillende dozen. De refitting werd aangevat en zij slaagden erin om weer enkele scherven uit het ganse pakket aan elkaar te laten passen. Zeker een goede zaak.
Die namiddag kwam ook Jelle ter plaatse, een tweedejaarsstudent archeologie aan de Universiteit Gent. Hij had ons in de loop van de voorbije week gecontacteerd met de vraag om mee te werken aan deze inventarisatie. Deze hulp werd zeker in dank aanvaard en wij hopen Jelle nog meerdere malen te mogen begroeten.
Ook heeft Patrick er ons op gewezen dat de refitting van de vaas (of kruik) van verleden week wel ok was, maar dat we geen goede tactiek hadden gebruikt om het geheel samen te houden. Zeker ik had moeten weten dat dit niet volgens de regels van de kunst was, maar in mijn euforie was ik dit even uit het oog verloren. In ieder geval zullen we dit euvel rechtzetten. Er is zeker niets verloren of beschadigd, enkel de verkeerde werkwijze. Natuurlijk hebben we ook nog niet alle nodige materialen ter plaatse. Dat is een opdracht voor volgende week.
Medewerkers op de derde werkdag: Hubert, Johny, Willy, Patrick, Jelle en Walter.

Willy, Jelle en Walter luisteren aandachtig
naar de uitleg van Patrick.

woensdag 22 november 2006

Puzzelaars

Volle aandacht bij het puzzelwerk:
Hubert, Johnny en Patrick.

Hubert en Romain

Hubert: initiatiefnemer van het eerste uur.

Romain aan het werk met zijn geliefkoosd materiaal.

Beschikbare ruimte

De ruimte die ter onze beschikking is gesteld
door het museum.

Plaats van de inventarisatie

Het "Oud Hospitaal", Stedelijk Museum Aalst,
de plaats van de werkzaamheden.

maandag 20 november 2006

Verslag 2de werkdag: zaterdag 18/11/2006

Zaterdag 14 uur. We waren weer paraat op de plaats waar we de komende maanden hopelijk nog veel archeologisch plezier gaan beleven. Wie was er allemaal? Hubert en ik natuurlijk; Mimi stond ons al op te wachten en Marc en Willy waren ook present. Later op de middag kwamen ook Walter en zoon Jan Willem ter plaatse. Wat stond er op het programma? De pers kwam ons die dag een bezoekje brengen om enkele foto's te maken. En verder werd er natuurlijk verder gepuzzeld met de scherven. Het duurde niet lang of Marc kon een viertal scherven samen brengen waardoor een opstand van een voet vorm kreeg. Het is wel niet gemakkelijk werken omdat we alles per doos inventariseren. Nu is het steeds heen en weer hollen met scherven. Hierover ga ik met Patrick Monsieur (U.Gent) eens overleggen. Of we niet mogen inventariseren en composeren per soort aardewerk. Dit zou heel wat gemakkelijker werken zijn. Nu, we laten ons zeker niet ontmoedigen en doen verder op de ingeslagen weg. Moeilijk gaat ook. Ik wacht op antwoord van Patrick voor we de dozen gaan mengen. De werkzaamheden zijn gestopt rond half zes. Volgende keer drinken mee want op het einde wordt het wel dorstig.

Willy en Hubert bij het verspreiden
van het materiaal.

Situering van de site in de geschiedenis

Het ijzertijdgrafveld ontdekt op de zuidelijke helling van Steenberg dateert van de laatste eeuwen vóór onze jaartelling, de zogenaamde La Tène-periode. Er bestonden twee soorten graven: beendergraven en urnegraven. Kort voor het midden van de 1ste eeuw van onze jaartelling ontstond er een kleine nederzetting rond het heiligdom (fanum) op de top van de Steenberg. Dat deze kleine nederzetting gebouwd is op het ijzertijdgrafveld, duidt erop dat er geen bewoning is geweest tussen de ijzertijdperiode en de Romeinse periode. Omstreeks het midden van de 2de eeuw verwoestte een brand dit eerste fanum. De restanten werden in kuilen begraven binnen de omheining (temenos) van het heiligdom. Een tweede fanum werd opgericht. Het was dit fanum dat in 1949 werd opgegraven door professor De Laet van de Universiteit Gent. Dit tweede fanum kende een rustig bestaan tot het midden van de 3de eeuw. Toen ging het vermoedelijk ten onder aan de eerste invallen van de barbaren. Het werd nooit meer opgericht en de restanten ervan werden nooit begraven. Tot in de vroege middeleeuwen kende deze site geen menselijke activiteit meer. De ruïnes werden in deze periode gebruikt als steengroeve. De nog bruikbare materialen werden verwerkt in nieuw op te trekken gebouwen. Wellicht voor de abdij van Meerhem die op het einde van de 9de eeuw werd gebouwd.

Zo zag en woning eruit in de ijzertijd.
(c) Jef Avoux

zaterdag 18 november 2006

Logboek 18/11/06: 2de werkdag

Locatie: "Oud Hospitaal", Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u - 18u
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Romain De Moor, Willy Van Paepeghem, Marc Uytersprot, Mimi De Loose( allen HK Denderland), Walter Callebaut en Jan Willem Callebaut (beide losse medewerker)
Werkzaamheden: Refitting schervenmateriaal. Openleggen van meerdere dozen schervenmateriaal. De verlichting verbeterd met bijgehaalde spots. De pers komt enkele foto's nemen voor een artikel in de krant.
Suggestie: Is het nodig om per doos te inventariseren? Er wordt vastgesteld dat dit materiaal voorheen reeds door elkaar gehaald is.

vrijdag 17 november 2006

Beknopt historisch overzicht van de site

1935: Landbouwer G. Van Gijseghem vindt bij de aanleg van een aalput enkele scherven en een volledig urntje.

1946: Tijdens een bezoek aan de landbouwer bemerkt onderpastoor De Brouwer (plaatselijke historicus) het urntje. Van 6 tot 9 augustus voert hij naast de bewuste aalput een beperkte opgraving uit. Op 1,70 m diepte vindt hij de eerste opstapeling van Romeinse vondsten, waarbij een zwaard (gladius). In oktober 1946 liet de onderpastoor op 100 m van zijn opgraving drie putten graven en stootte daarbij op een laag doorspekt met Romeinse dakpannen.

1947: Landbouwer G. Van Gijseghem liet geen opgravingen meer toe. Op 7 juli 1947 deed hij zelf een poging om een opgraving te verwezenlijken, zonder het verhoopte resultaat. Op 16 september 1947 wordt aangevangen met uitgebreide opgravingen die leiden tot het ontdekken van een Romeinse woning.

1949: In januari 1949 ontdekt landbouwer C. Roels bij het plaatsen van een paal de funderingen van een muur. Weer komen Romeinse voorwerpen te voorschijn.

1950: De opgravingen die doorgingen van 27 februari tot 14 maart leidden tot het ontdekken van een Gallo-Romeins heiligdom.

1951: Van 5 maart tot 17 maart 1951 werden bijkomende opgravingen gedaan langs de zuidkant van het heiligdom. Dit leidde tot sporen van een vermoedelijke nederzetting. Van 10 september 1951 tot 18 september 1951 werden verdere opgravingen gedaan langs de westelijke zijde van het heiligdom. Hierbij ontdekte men een afvalput met verbrande resten die vermoedelijk afkomstig waren van een eerste tempeltje.


Een beeld van de opgravingen met op de
voorgrond onderpastoor De Brouwer.
(c) Universiteit Gent dossier prof.
dr. J. S. De Laet.

Wie graag deze geschiedenis uitgebreid leest kan dit in de brochure: "Hofstade onder de archeologische loep" die is uitgegeven naar aanleiding van de tentoonstelling over deze site in september 2005.

woensdag 15 november 2006

De ligging van de site Steenberg

De site Steenberg ligt ten zuidoosten van de Vondelbeek en ten noordoosten van de Kortenhoekstraat. Ten noordoosten strekken zich de voetbalvelden van Wilskracht Hofstade uit, en voor de rest open land.Steenberg is een lichte natuurlijke verhevenheid in het landschap. Volgens de topografische kaart ligt de voet van de helling langs de hoogtelijn van 11,25 m. en de top er van ligt op een hoogte van 12,75 m. Volgens professor De Laet bestaat de ondergrond uit quartair zand met hieronder zandig lediaan. Langsheen de Vondelbeek werd alluviale klei aangetroffen. Op de meest recente kaarten wordt de ondergrond ingekleurd als droge zandleembodem, de gronden rond de Vondelbeek zijn natte zandleembodems.

dinsdag 14 november 2006

Logboek 04/11/2006: 1ste werkdag

Locatie: "Oud Hospitaal", Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u - 18u
Aanwezigen: Patrick Monsieur (Universiteit Gent), Hubert Timmerman (HK Denderland), Johny De Mol (medewerker HK Denderland), Romain De Moor (HK Denderland).
Werkzaamheden: Inventarisatie gebeurt per doos. Over nummergeving wordt later beslist. Aanvang refitting van scherven.
Suggestie: Patrick stelt voor het materiaal te vergelijken met materiaal van andere sites uit de regio.

Verslag 1ste werkdag: zaterdag 04/11/2006

A real dream comes true. Na eindeloos heen en weer gepalaver tussen de verschillende instanties die dit project mee moeten doen slagen, is het eindelijk zo ver. Op zaterdag 4 november 2006 is de aftrap gegeven van een mastodontproject in een lokaal van "Het Oud Hospitaal" dat ons ter beschikking is gesteld door het Stedelijk Museum Aalst. We zijn die dag van start gegaan om hopelijk tot een prachtig en wetenschappelijk verantwoord resultaat te komen. Maar om te beginnen ... Over welke site gaat het hier? Welk materiaal valt er hier te inventariseren ? Wat is het nut daarvan? En wat heeft uiteindelijk de Heemkundige Kring Denderland (Hofstade - Gijzegem) met zoiets te maken? Ik zal trachten in duidelijke en klare taal hierover uitleg te geven in volgende blogs.

Het materiaal ligt allemaal klaar om
uitgepakt te worden.