woensdag 31 oktober 2007

Logboek 30/10/2007: 46ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst.
Tijdstip: 13u tot 17u.
Aanwezigen: Romain De Moor.
Werkzaamheden: conserveren en beschrijven van voorwerpen.
Suggesties: beendermateriaal en ijzeren voorwerpen moeten met voorrang behandeld worden
.

Verslag 46ste werkdag: dinsdag 30/10/2007

Deze 46ste werknamiddag is een eenmansactie van mij uit. Op deze vrije dag voor die drukke feestdagen deze week trok ik er alleen op uit naar onze zolder. Mijn doel was om zo veel mogelijk materiaal te conserveren en te beschrijven. Mijn eerste werk was dat waarmee ik zaterdag bezig was: een stuk gesmolten glas en enkele bronzen voorwerpen waaronder de voet van een bronzen flesje. Eens dit geklaard nam ik doos 8 onder handen. Deze omvat vooral bouwmaterialen en beendermateriaal. Aangezien de toestand van de verpakking van het beendermateriaal hopeloos is besloot ik om dit eerst te behandelen.
Toestand van het verpakte beendermateriaal in doos 8.
In eerste instantie vond ik enkel wat verharde klompjes aarde, waardoor ik me verplicht zag om deze te reinigen. Deze klus moest ik met alle voorzichtigheid aanpakken. Maar met de reeds opgedane ervaring in het behandelen van beendermateriaal lukte me dat goed. Daar ik reeds verpulverd beendermateriaal had aangetroffen in de verpakking besefte ik maar al te goed dat het 1 min voor 12 is voor dit materiaal. Ik nam dadelijk contact op met Patrick met de vraag of ik dit beendermateriaal zelf mocht behandelen. Maar na rijp overleg en aangezien de toestand van dit materiaal besloten we om dit zo goed mogelijk te verpakken en naar Gent over te brengen om te laten behandelen met producten waar ik echt niet over beschik. Daar het materiaal niet heel veel omvangt is het echt nodig om dit zo goed mogelijk te behandelen want anders is dit toch wel belangrijk materiaal voor goed verdwenen.

Kijk op het weinige beendermateriaal van de site Steenberg.

Na deze reddingsoperatie besloot ik nog om enkele ijzeren voorwerpen te conserveren, waaronder een sleutel. Deze zijn niet in veel betere staat dan het beendermateriaal. Ook hier dringt zich een noodzakelijke restauratie op.
Ondertussen is het weeral tijd om in alle stilte terug afscheid te nemen van datgene wat eigenlijk een groot stuk van mijn leven is geworden.

zondag 28 oktober 2007

Logboek 27/10/2007: 45ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Frederik De Loose, Walter Callebaut, Romain De Moor
Werkzaamheden: Refitten materiaal Gent, archiveren nummeren en beschrijven, fotografie
Suggesties: Vragen of er nog resterend materiaal zich in het depot van Gent bevindt. Analyse maken op grond van verspreiding van het materiaal aan de hand van opgravingplans.

Verslag 45ste werkdag: zaterdag 27/10/2007

Natuurlijk blijven we resultaten boeken. En zeker na het opmerkelijke resultaat dat Hubert behaalt. Bij het archiveren van het statuet viel zijn oog op een klein gedeelte van restanten van lijm. "Kijk", zegt hij, terwijl hij mij het statuet onder de neus duwt, "het kan niet anders of hier ontbreekt nog een gedeelte". En inderdaad na het grondig te hebben bekeken kom ik ook tot de vaststelling dat er nog een ander stuk in terra cota-aardewerk moet deel uitgemaakt hebben van dit object. Plus de nummering van het geheel klopt ook niet, want er ontbreekt één nummer. Vermoedelijk moet dat stuk nog in de kast liggen in de tentoonstellingsruimte, dat is anders niet mogelijk. Veel meer heeft Hubert niet nodig om onmiddellijk naar de bedoelde kasten te gaan en na enig speurwerk tovert hij inderdaad de onbrekende schakel te voorschijn.
Ondertussen laat Walter zich niet onbetuigd en ook hij tovert enkele fraaie refittings uit zijn mouw. Het zal bij Johnny knagen terwijl hij ginder in het verre Marokko loopt te blazen onder de zon.
Na 45 werknamiddagen van intensief refittingswerk moet ik zeggen dat onze blik en ons doorzicht op die massa scherven gevoelig is toegenomen. Want men moet weten dat niet alle scherven mooi passend in elkaar vallen. Neen, hoor. Bij velen zijn de breuken zo verweerd dat het echt moeilijk is om aanrakingspunten te vinden. Het is zeker niet de eerste maal en ook niet de laatste maal dat na enige discussie een bepaalde refitting in de hoek vliegt om later terug rustig te bekijken of om aan een meer onderlegd persoon voor te leggen.
Vandaag nog komt Walter met twee randscherven van een urne type Holwerda 31 aandraven, vermoedelijk zal het wel goed zijn maar de breuken zijn zo verweerd dat er nauwelijks aanrakingspunten zijn, dus samen houden maar dit valt niet te verlijmen.
Onverwijld doe ik verder met het verder conserveren van de glasscherven en de metalen voorwerpen, dit is vooral een tijdrovend werk. De verpakking van het materiaal is er soms echt erbarmelijk aan toe, waarbij bij het uitpakken de grootste voorzichtigheid is geboden. Alles wordt opnieuw verpakt waarbij ik deze stukken in een soort van harde kunstvezel uitsnijd zodat deze echt tegen vervoer en behandeling zijn bestand. Zij worden verder opgeborgen in gepaste plastiekdozen voorzien van een etiket met de nauwkeurige beschrijving. Nadien komen deze dozen terecht bij Hubert die ze van een gepast inventarisnummer voorziet.
Ook Frederik laat zich niet onbetuigd en gaat naarstig voort met de nummering van het verlijmde materiaal. Ook de beschrijving op de fiches neemt hij ter harte. Terwijl iedereen naarstig aan het werk is maakt Walter de suggestie dat het niet mogelijk is dat alle materiaal van Gent in ons bezit is. Dit is een overweging die door Hubert en mij ook reeds is gemaakt. Er zijn verschillende scherven gemerkt met het teken dat ze aansluiten op een andere scherf, maar deze ontbreken dan weer. Dus we zullen Patrick moeten aansporen om in het depot van Gent nog eens rond te speuren. Anders moet ik hem voorstellen om zelf eens op zoek te gaan.


Romain en Walter in drukke bespreking aangaande de
analyse van de voorwerpen op grond van opgravingplans.

Bert en Romain in overleg over de te fotograferen
stukken, op de achtergrond Walter aan de refittingsbak.


Bij het klikken van het fototoestel van Bert klikt ook de tijd voort en in de late namiddag komt Mimi nog opdagen om ons een riem onder het hart te steken. Na de vraag van Walter of het mogelijk is om een analyse te maken op grond van verspreiding van het materiaal op de site, doe ik hem uit de doeken dat ik met de idee loop om de opgravingplans van Prof. De Laet te kopieren en deze op onze zolder op te hangen om daar zo veel mogelijk de stukken op aan te duiden die momenteel in ons bezit zijn. Walter ziet dat onmiddellijk zitten en maakt reeds plannen om dit dan in een later stadium te digitaliseren.
Terwijl we hierover verder overleggen dalen we de trappen af want het is weer tijd om huiswaarts te keren.

maandag 22 oktober 2007

Logboek 20/10/2007: 44ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal” Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Bert Deruyck
Werkzaamheden: Inventarisatie verlijmd materiaal Gent, fotografie
Suggesties: Nihil

Verslag 44ste werkdag: zaterdag 20/10/2007

Het was Johnny en mij onmogelijk om op onze 44ste werkdag aanwezig te zijn, maar tot ons grote spijt waren wij om familiale reden de grote afwezigen. Integendeel waren Hubert en Bert wel van de partij om deze werknamiddag wat kleur bij te zetten. En dat hebben zij natuurlijk met verve gedaan.
Hubert heeft van deze uitzonderlijke rust gebruik gemaakt om zijn inventarisatie van het tot nu toe verlijmde materiaal van Gent te vervolledigen en Bert heeft zich natuurlijk vol overgave op het resterend te fotograferen materiaal gestort.

Een deel van het verlijmde en geïnventariseerd materiaal van Gent.

Bert, onze huisfotograaf.

Als we alles eens op een rijtje te zetten wordt dit toch een doorgedreven inventarisatie en refitting. Ik heb zo een vermoeden dat de inventarisatie enkele honderden pagina’s zal vullen, en laat ons daar de nodige beschrijvingen nog bij denken zullen we zeker niet ver van de duizend blz. uitkomen. Laat ons daarbij nog de beknopte beschrijving in boekvorm tellen en we weten dat we nog enkele jaartjes zoet zullen zijn. Doch beseffen we maar al te goed dat dit uiteindelijk nodig is willen we het archeologisch patrimonium van onze gemeente Hofstade laten verder bestaan voor de volgende generaties. Hopelijk is het nog mogelijk om in de toekomst verder veldonderzoek op de site Steenberg te verrichten. Want we zijn er van overtuigd dat met al het materiaal dat nu gekend is, het onmogelijk is dat deze site al haar geheimen reeds heeft prijs gegeven. We weten dat het momenteel heel moeilijk is om daar verdere prospecties uit te voeren omdat het terrein enkel bestaat uit weiland. Daarom moeten we op onze hoede zijn en elke activiteit van grondwerken die op het terrein gebeuren op de voet volgen zodat ons geen enkel gegeven of spoor kan ontsnappen. Met deze bedenking kunnen we ons verder harden om de ingeslagen weg tot het einde te volgen.
Ik ben er zeker van dat onze twee trouwe medewerkers gisteren aan het einde van hun werknamiddag met dezelfde overwegingen in het achterhoofd huiswaarts zijn gekeerd met dezelfde intentie om blijven voort te doen aan dit complex werk.

zondag 14 oktober 2007

Logboek 13/10/2007: 43ste werkdag

Locatie: Museum “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst.
Tijdstip: 14u tot 17u15’.
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Bert Deruyck, Walter Callebaut, Frederik De Loose, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Nummeren en beschrijven, hernummeren, conserveren, fotograferen, inventariseren.
Suggesties: Patrick vragen of we zelf mogen op zoek gaan naar ontbrekend materiaal in Gent.

Verslag 43ste werkdag: zaterdag13/10/2007

Als je op onze zolder aankomt en je ziet al die scherven en ander materiaal uitgespreid liggen dan denk je “miljaar, met wat zijn die mannen bezig?” Doch die mannen laten zich zeker niet afschrikken door die hoeveelheid te verwerken materiaal.Hubert begint zoals afgesproken door te werken aan de nummering van de verlijmde scherven van de Universitei Gent. De door mij voorafgedrukte inventarisatielabels vallen in de smaak van zowel Hubert als Bert, onze huisfotograaf. Frederik is ook vandaag begonnen met het nummeren en beschrijven van het materiaal van Aalst. Deze taak die ik tot nu toe ter harte had genomen heeft hij volwaardig overgenomen en hij kwijt zich voorbeeldig van zijn taak. Ongelofelijk hoe deze jonge gast vorderingen maakt in het refittingswerk en het herkennen van de soorten aardewerk.

Frederik bij het beschrijven en
nummeren van het materiaal

Ook is hij vandaag begonnen met het hernummeren en het fixeren van de reeds oudere relicten. Met onze hernieuwde techniek verloopt dit werk vlotter en het resultaat is duidelijker en blijvend. Door de reorganisatie in onze werkzaamheden kan ik me meer toeleggen op het conserveren van de andere voorwerpen. Op die manier krijgen we een duidelijker en breder zicht op de verzameling van de Universiteit Gent. Ik vraag aan Bert om een paar foto’s te maken van enkele bijzondere relicten, waaronder het oor van de Dressler 20 met vingerafdruk en die ook nog gediend heeft als kerfstok. Ook wil ik jullie een voorbeeld geven van een bekertje in terra sigillata en een idem verbrand exemplaar. Dit laatste enkel maar om aan te tonen welke impact vuur heeft op dit aardewerk.


Links een voorbeeld van een bekertje in terra sigillata
en rechts een idem verbrand exemplaar. Beide
exemplaren behoren tot de verzameling van de
Universiteit Gent.

Oor van een amfoor Dressler 20. Aan de bovenkant is een
vingerafdruk waarneembaar en linksonder zijn sporen van
kerven waarneembaar.

Ondertussen is Walter drukdoende met de refitting, en niet zonder succes want hij slaagt erin om drie scherven samen te brengen van een urne type Holwerda 31. Ook brengt hij nog een tweetal wandscherven samen vermoedelijk van een voorraadpot. Bert die vandaag begonnen is met de foto’s te nemen klaar voor publicatie van het materiaal van Gent slaagt erin om reeds een 45-tal foto’s klaar te stomen. Dit is natuurlijk leuk want zo kunnen we beginnen aan de foto-inventarisatie van Gent. Op die manier krijgen we een prachtig foto-archief met nu reeds een 500-tal foto’s van relicten. De foto’s van de werknamiddagen zijn hier niet inbegrepen.
Als ik even het werk van een werknamiddag samenvat:
Conserveren van materiaal: metalen voorwerpen, terra cotta, Dressler 20, Gauloise 13.
Nummeren en beschrijven van een 20-tal verlijmde relicten.
Hernummeren van een 30-tal relicten.
Nummeren en fotograferen van een 45-tal refittings van Gent.
Reffiten van een drietal objecten.
Dit alles met 5 personen op een tijdspanne van 3u15’. Dan kan ik toch zeggen dat er serieus wordt doorgewerkt op zo een zaterdagnamiddag. Terwijl ik deze overweging zit te maken is het ondertussen weeral tijd om op te stappen. Op weg naar onze 44ste werknamiddag.

zondag 7 oktober 2007

Logboek 06/10/2007: 42ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u
Aanwezigen: Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Johnny De Mol, Romain De Moor, Patrick Monsieur
Werkzaamheden: Werkvergadering, toetsen materiaal, fotografie, refitting
Suggesties: aparte nummering materiaal Gent voor duidelijke inventarisatie op te starten, aparte inventarisatie gezegeld materiaal, bespreken nocturne en tentoonstelling, studiedag materialenkennis

Verslag 42ste werkdag: zaterdag 06/10/2007

Reeds lang aangekondigd maar reeds enkele malen afgezegd, de komst van Patrick Monsieur. Maar vandaag is hij aanwezig op onze zolder. En hij is verheugd als hij merkt dat de zolder steeds bij elk nieuw bezoek een andere aanblik heeft. Hier wordt serieus werk afgeleverd en bij deze zien we zijn blik rijzen over al het verlijmde materiaal dat in het atelier van Hubert is uitgesteld. Onmiddellijk uit hij zijn genoegen over de manier waarop we te werk gaan en dadelijk legt hij, zonder we er naar vragen, de nadruk op dat het heel belangrijk is om zo nauwkeurig mogelijk te inventariseren en alles bijhouden doos per doos en steeds de vermelding van het nummer van de doos noteren. Daarmee hebben we dadelijk een klaar en duidelijk antwoord op de vraag of het nodig is steeds het nr. van de doos te vermelden.
Na dit eerste onderhoud maken we een rondgang langs het materiaal van Gent, en krijgen we een gratis les aangeboden in materialenkennis.

Overleg met Patrick bij het materiaal van Gent.

Zo wijst hij er ons op dat er duidelijk twee belangrijke soorten van amforen aanwezig zijn in het rijke schervendepot: de Dressler 20 en de Gauloise 14. Duidelijk herkenbaar aan de soort van klei dat er gebruikt is. Bij een wandscherf maakt hij er ons duidelijk attent op deze afkomstig is van de bovenzijde van de amfoor, duidelijk te zien aan de vingeruitgleidingen die nog waarneembaar zijn. Hiermee toont hij aan dat het bovenste gedeelte van de amfoor apart werd gemaakt van het onderste gedeelte. Dat die pas nadien werden samengevoegd en dan voor er de lip werd opgeplaatst men met de hand langs de binnenkant van de opening met wat klei beide delen ging samen lijmen, dit zijn de waarneembare sporen op de scherf van de uitglijdende vingerafdrukken. Ook maakt hij ons attent op de aanwezigheid van verbrande terra sigillata. Hij leert ons het weinige Eifelwaar onderscheiden. Bij de oor van een Dressler 20 toont hij ons hoe die naderhand als kerfstok is gebruikt (de kerfsporen zijn duidelijk waarneembaar) geen uitzondering dit gebruik, blijkt regelmatig voor te komen. Een eigenaardige vaststelling, alhoewel we beschikken over een uitzonderlijk geheel en variatie van aardewerk, kunnen we geen waarneming doen van een typische wijn amfoor Gauloise 4. Vermoedelijk komt dit door dat we hier te doen hebben met een heiligdom en er geen amforen aanwezig zij met commerciële doeleinden. Ondanks dat de wijn op het heiligdom aanwezig zal geweest zijn omdat dit een typisch religieus reliek is, zal deze verhandeld zijn in kleinere toepasselijke kruiken en amforen van inlandse makelij. Terwijl de commerciële amforen type Gauloise afkomstig zijn van de streek van Cambrais. Bij al deze bedenkingen en vaststellingen wordt er ook eens verder aan gedacht om een referentieverzameling op te stellen. Dit zou gepaard gaan met een studiedag over materialenkennis, deze zou doorgaan in de maand november. Naderhand zouden we op deze referentieverzameling kunnen terugvallen voor verdere determinatie en studie. Er worden ook afspraken gemaakt om een aparte inventarisatie op te maken van het gezegeld materiaal, dit om later te kunnen bepalen wat er reeds beschreven is en wat er nog moet gepubliceerd worden.
Het materiaal van Gent krijgt een voorlopige nummering zodat toch al eens een serieuze inventarisatie kan gemaakt worden. Er wordt besloten om de volgende nummering toe te passen. “HKD/U.G./0001 enz…..

Hubert en Romain bij de inventarisatie van het verlijmde
materiaal van Gent. Een voorlopige nummering dringt zich op.

Nog even keren we terug naar de museumruimte om samen met Patrick nog eens te verlopen welke zaken er nog moeten getoetst worden. En ja, juist vandaag voltrekt zich de ramp. Bij het openmaken van een museumkast sneuvelt er een glas. Nu geen erg, na melding aan de balie en de belofte dat ik een dikke pint zal trakteren zal dit euvel verholpen worden. Ondertussen zit refittingskanon Johnny niet stil en slaagt hij er in om toch nog een drietal refittings op zijn naam te zetten.

Johnny zoals steeds op zoek naar het ultieme.

Ondertussen profiteren we van de aanwezigheid van Ann De Block om de eerste afspraken te maken voor de nocturne van de maand maart. Hierbij wordt Patrick gevraagd om een lezing te geven, dit alles gepaard met een tentoonstelling over ons refittingswerk. Dit alles zal later nog verder uitgewerkt worden en zeker zullen jullie alles hier omtrent vernemen op de blog en de site van de stad en de H.K.D.
Ondanks dit alles heb ik natuurlijk een serieuze achterstand opgelopen bij het nummeren en inventariseren. We spreken af dat Hubert aan het nummeren slaat bij het materiaal van Gent, zodat ik kan verder doe aan het andere materiaal.
Maar het aangenaamste van de dag heb ik nog niet vermeld, de centrale verwarming op onze zolder en in het museum werkt uitstekend zodat we zeker nog prachtige warme en leerzame winterwerknamiddagen in het verschiet hebben, heerlijk!!!