
Overleg met Patrick bij het materiaal van Gent.
Zo wijst hij er ons op dat er duidelijk twee belangrijke soorten van amforen aanwezig zijn in het rijke schervendepot: de Dressler 20 en de Gauloise 14. Duidelijk herkenbaar aan de soort van klei dat er gebruikt is. Bij een wandscherf maakt hij er ons duidelijk attent op deze afkomstig is van de bovenzijde van de amfoor, duidelijk te zien aan de vingeruitgleidingen die nog waarneembaar zijn. Hiermee toont hij aan dat het bovenste gedeelte van de amfoor apart werd gemaakt van het onderste gedeelte. Dat die pas nadien werden samengevoegd en dan voor er de lip werd opgeplaatst men met de hand langs de binnenkant van de opening met wat klei beide delen ging samen lijmen, dit zijn de waarneembare sporen op de scherf van de uitglijdende vingerafdrukken. Ook maakt hij ons attent op de aanwezigheid van verbrande terra sigillata. Hij leert ons het weinige Eifelwaar onderscheiden. Bij de oor van een Dressler 20 toont hij ons hoe die naderhand als kerfstok is gebruikt (de kerfsporen zijn duidelijk waarneembaar) geen uitzondering dit gebruik, blijkt regelmatig voor te komen. Een eigenaardige vaststelling, alhoewel we beschikken over een uitzonderlijk geheel en variatie van aardewerk, kunnen we geen waarneming doen van een typische wijn amfoor Gauloise 4. Vermoedelijk komt dit door dat we hier te doen hebben met een heiligdom en er geen amforen aanwezig zij met commerciële doeleinden. Ondanks dat de wijn op het heiligdom aanwezig zal geweest zijn omdat dit een typisch religieus reliek is, zal deze verhandeld zijn in kleinere toepasselijke kruiken en amforen van inlandse makelij. Terwijl de commerciële amforen type Gauloise afkomstig zijn van de streek van Cambrais. Bij al deze bedenkingen en vaststellingen wordt er ook eens verder aan gedacht om een referentieverzameling op te stellen. Dit zou gepaard gaan met een studiedag over materialenkennis, deze zou doorgaan in de maand november. Naderhand zouden we op deze referentieverzameling kunnen terugvallen voor verdere determinatie en studie. Er worden ook afspraken gemaakt om een aparte inventarisatie op te maken van het gezegeld materiaal, dit om later te kunnen bepalen wat er reeds beschreven is en wat er nog moet gepubliceerd worden.
Het materiaal van Gent krijgt een voorlopige nummering zodat toch al eens een serieuze inventarisatie kan gemaakt worden. Er wordt besloten om de volgende nummering toe te passen. “HKD/U.G./0001 enz…..

Hubert en Romain bij de inventarisatie van het verlijmde
materiaal van Gent. Een voorlopige nummering dringt zich op.
Nog even keren we terug naar de museumruimte om samen met Patrick nog eens te verlopen welke zaken er nog moeten getoetst worden. En ja, juist vandaag voltrekt zich de ramp. Bij het openmaken van een museumkast sneuvelt er een glas. Nu geen erg, na melding aan de balie en de belofte dat ik een dikke pint zal trakteren zal dit euvel verholpen worden. Ondertussen zit refittingskanon Johnny niet stil en slaagt hij er in om toch nog een drietal refittings op zijn naam te zetten.

Johnny zoals steeds op zoek naar het ultieme.
Ondertussen profiteren we van de aanwezigheid van Ann De Block om de eerste afspraken te maken voor de nocturne van de maand maart. Hierbij wordt Patrick gevraagd om een lezing te geven, dit alles gepaard met een tentoonstelling over ons refittingswerk. Dit alles zal later nog verder uitgewerkt worden en zeker zullen jullie alles hier omtrent vernemen op de blog en de site van de stad en de H.K.D.
Ondanks dit alles heb ik natuurlijk een serieuze achterstand opgelopen bij het nummeren en inventariseren. We spreken af dat Hubert aan het nummeren slaat bij het materiaal van Gent, zodat ik kan verder doe aan het andere materiaal.
Maar het aangenaamste van de dag heb ik nog niet vermeld, de centrale verwarming op onze zolder en in het museum werkt uitstekend zodat we zeker nog prachtige warme en leerzame winterwerknamiddagen in het verschiet hebben, heerlijk!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten