zondag 23 december 2007

Verklarende woordenlijst (laatste update 23-12-07)

Artefacten: verzamelnaam voor werktuigen of gebruiksvoorwerpen zoals: vuursteenwerktuigen, schalen, borden enz...
Balegemse zandsteen: zandige kalksteen uit de omgeving van Balegem, ten zuiden van Gent, verwant aan Ledesteen
Belgische waar: Gallisch inheems aardewerk, met sterke Romeinse invloed
Cella: binnenruimte en belangrijkste plaats van het heiligdom
Dolium (mv. dolia): grote voorraadpot
Doornikse kalksteen: blauwzwarte kalksteen zonder fossielen uit de omgeving van Doornik. Verweert zilvergrijs en bestaat uit vele lagen
Dragendorff: typologie van terra sigillata, versierd waar
Eierschaal: typische versiering op Romeins waar
Fanum: heiligdom
Favissa (mv. favissae): offerkuil
Fibula (mv. fibulae): mantelspeld
Flavische periode: regeerperiode van Romeinse keizers die aan het bewind waren van 69 tot 96
Gladius: het meest gebruikte Romeinse zwaard sedert de 2de eeuw voor Christus
Holwerda: typologie genaamd naar de Nederlandse oudheidkundige prof. J.H. Holwerda
Hypocaustum: ruimte onder vloer waarin hete lucht circuleert ter verwarming
Imbrex (mv. imbrecis): ronde Romeinse dakpan die de naad tussen twee tegulae afdekt
Keramiek: verzamelnaam voor voorwerpen die van klei gemaakt zijn
Metopen: verschillende uitbeeldingen van versieringen in een strak omlijnd kader
Mortarium: wrijfschaal, met zware verschraling op de bodem
Nagelversiering: versiering aangebracht met een nagel (meestal schuine kleine strepen), in vroegere periodes aangebracht door indrukken van vingernagels
Oxyderende bakking: bakproces waarbij de objecten een rode, gele of witte kleur krijgen; dit komt door vrije luchttoevoer tijdens het bakken. (Zie ook Reducerende bakking. )
Porticusvilla: Romeinse villa waarvan de voorzijde wordt gevormd door twee grote hoekruimten die onderling verbonden zijn door een zuilengalerij
Reducerende bakking: bakproces waarbij de objecten een grijze of zwarte kleur krijgen; dit komt omdat de luchttoevoer in de oven volledig wordt afgesloten; de noodzakelijke lucht wordt aan de klei ontnomen. (Zie ook Oxyderende bakking.)
Refitten: samenstellen van scherven tot een geheel
Tegula (mv. tegulae): platte dakpan met opstaande rand
Temenos: stenen omheining rond een heiligdom
Terracotta: gebakken aarde. Werd gebruikt voor het vervaardigen van votiefbeeldjes
Terra nigra: Romeins draaischijfaardewerk; letterlijk vertaald "zwarte aarde"; hoort bij de groep Belgische waar
Terra rubra: gewoon Romeins aardewerk, werd gemaakt op draaischijf, behorend tot Belgische waar
Terra sigillata: letterlijk vertaald "gestempeld aardewerk"; wordt aanzien als luxeaardewerk
Tubili: stenen die deel uitmaken van het geheel van de tubulus (veelal versierd met strepenmotief). Het zijn identiek dezelfde stenen als tegulae die bestaan uit rood aardewerk (niet zo zwaar gemaakt) Tubulus: wandverwarming in de Romeinse woning
Villa (mv. villae): agrarisch bedrijf in de Romeinse periode, met productie voor urbane en militaire doeleinden
Vondelbeek (vondel): vlonder, overgang, brug, plank, smal brugje over de beek

Logboek 22/12/2007 : 56ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Johnny De Mol, Bert Deruyck, Frederik De Loose, Romain De Moor
Werkzaamheden: Determinatie referentieverzameling, nummeren verlijmd materiaal, fotografie
Suggesties: Nihil

Verslag 56ste werkdag: zaterdag 22/12/2007

Hoe kan een koude zaterdagnamiddag op zolder beter beginnen als je wordt opgewacht door Marianne met een heerlijk glaasje glühwein? Een mooi begin voor onze laatste zaterdag van 2007 op onze zolder, we zullen hem 14 dagen missen en hopelijk beginnen we geen ontwenningsverschijnselen te vertonen. Nu alle gekheid op een stokje, met het nog vele werk voor de boeg kunnen we ons niet veel tijdverlies permitteren.
Johnny wringt zich weer op de terra sigillata om dit deel af te werken en Bert gaat onvermoeibaar door met het op de gevoelige plaat te zetten van de referentieverzameling. De vele foto’s die hij reeds heeft genomen zijn een schat aan archiefmateriaal waar we nog lang zullen kunnen uit putten voor de nog komende publicaties rond ons inventarisatiewerk.
Frederik die na de examentijd weer op post is begint de door mij opgestelde referentiefiches nauwkeurig te toetsen aan het materiaal en meet ook de artefacten op die zich in de referentieverzameling bevinden.
Ikzelf heb me vandaag tot doel gesteld om de referentieverzameling uit te breiden met de verschillende Urnen van het type Holwerda. Ook dit is niet zo eenvoudig want bijna allemaal zijn ze verschillend en soms zit het in een klein detail waardoor ze van elkaar afwijken. Doch we moeten er door en we hebben genoeg determinatielectuur ter onze beschikking om dit euvel te overbruggen.

Determinatie van de Holwerdatypes. We werken steeds in
een bak om braak te voorkomen. Lijsten en typologieën
steeds bij de hand.
Als we een eerste voorzichtige analyse maken stellen we vast dat het vooral het type Holwerda 31c is dat voorkomt. De spitsbuikige exemplaren zijn het zeldzaamst. Verschillende van deze types zijn vervaardigd uit terra nigra waardoor deze groep heel interessant lijkt te worden want als we dit soort aardewerk, terra nigra, over gans de lijn bekijken is het een veel voorkomende soort aardewerk onder de vorm van urnen, borden en plengschalen. Maar om alle types van deze Holwerda soorten te determineren zullen we moeten teruggrijpen naar nog meer gespecialiseerde lectuur. Geen nood want we weten dat deze onderweg is en volgende week in ons bezit zal zijn zodat we dit determinatiewerk tijdens het kerstverlof thuis rustig kunnen doornemen en verwerken. Door al dit geleverde werk reeds vast te leggen in tabellen en fiches krijgen we eigenlijk zicht op ons inventarisatiewerk en plukken we de eerste vruchten van ons onderzoek.

Johnny en Romain overlopen de opgestelde tabellen en
refertefiches van dereferentieverzameling.
Stof tot aangename discussie en verbeteringen.

Johnny wordt door Bert op zijn wenken bediend als deze naar een kerstdruppel vraagt. Den Bert tovert een fles ouwe klare te voorschijn. Amaai als dat geen prettig einde is op de laatste werkdag van het jaar. Hubert jong sorry, maar deze zou goed doen aan je zware bronchitis, geen nood. In gedachte ben je bij ons en we hebben er ene extra gedronken op jouw gezondheid en hij deed deugd.Volgende keer ben je er zeker weer bij en dan nemen we er ons nog ene op het nieuwe werkjaar.
Frederik heeft zich ook niet onbetuigd gelaten en heeft alle verlijmde scherven genummerd en ondergebracht op fiche zodat Bert ze kon fotograferen en overbrengen naar het ateliertje van Hubert. Dit staat er vandaag wat eenzaam bij maar als we er eens rondkijken en zien hoe alles er geordend bij staat mogen we gerust op onze beide oren slapen dat er onze vriend Hubert geen detail zal ontgaan. Ook hier kunnen we eigenlijk een eerste analyse maken en zeggen dat het reeds gerefitte materiaal het honderdtal zeker overschrijd. De grootste groep van dit materiaal zijn zeker de borden en plengschalen maar ook het kruikenwaar is opvallend veel. Dit is zeker belangrijk voor onze telling, want ieder verlijmd stuk geeft weer een individualistisch item aan een bepaalde groep of type aardewerk. Ook hier de vaststelling dat het veelal om rituele voorwerpen gaat en dat het dagelijkse waar in de minderheid is. Maar hier moeten we wel bij vermelden dat het dagelijkse waar nog moet onderzocht worden terwijl de andere soorten reeds een serieuze studie hebben ondergaan op het gebied van refitting.



Johnny en Romain overlopen de gedane determinatie
voor ze wordt opgenomen in de definitieve lijst.


Waar we nu zeker werk moeten van maken tegen de volgende keer dat Patrick langs komt is een serieus determinatiewerk op papier met onze vorderingen die we reeds gemaakt hebben zodat hij dit aan een verbetering kan onderwerpen. Ik wil hier wel vermelden dat Johnny en ik hier momenteel volop aan werken en dat onze medewerkers zo gauw mogelijk een afschrift van dit werk zullen krijgen zodat ook zij nog verbeteringen of uitbreidingen er kunnen aan toevoegen. 17u 30 slaat de klok en we zien ons genoodzaakt om onze verzuchtingen op zolder voor dit jaar af te sluiten, vaarwel 2007, welkom 2008.

Zoldermot na 14.037 bijeenkomsten


donderdag 20 december 2007

Logboek 20/12/2007 : 55ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 10u – 16u30
Aanwezigen: Johnny De Mol, Romain De Moor
Werkzaamheden: Determineren en beschrijven referentieverzameling en terra sigillata
Suggesties: Nihil

Verslag 55ste werkdag: donderdag 20/12/2007

Mist, smog, onidentificeerbare stofdeeltjes, donker, grijs en grauw. Kan een mens zich nog betere omstandigheden wensen om zich een ganse dag terug te trekken, weg van het aardse tranendal? Om zich volledig te wijden aan de studie van ons archeologisch patrimonium. Dit is misschien nogal zwaarmoedig uitgedrukt toch was het met deze blijde gedachte dat ik samen met Johnny naar onze zolder trok om een ganse dag aan de determinatie van onze referentieverzameling te werken. We hebben ons voorgenomen om een zo volledig mogelijke beschrijving te maken van de terra sigillata. Natuurlijk is dit niet mogelijk op één dag.
Johnny zou beginnen met al de gestempelde scherven in de terra sigillata te typeren en te nummeren om nadien een uitgebreidere beschrijving te maken. Het betreft hier enkel de scherven van Aalst, deze afkomstig uit het depot van Gent volgen later.
Ikzelf zal me verder toeleggen op de uitwerking van de referentieverzameling. Eerst maak ik een verdere beschrijving van de soorten luxewaar die nog moeten opgenomen worden in de verzameling om daarna andere soorten aardewerk op te zoeken en ook in te lassen. Op deze manier krijgen we al een bredere kijk op de site en kan ik nu reeds verklappen dat we een 40 soorten verschillende types van aardewerk in de referentieverzameling hebben ondergebracht en volledig gedetermineerd.

Johnny aan de slag bij het beschrijven van de
gestempelde terra sigillata.

Waaronder een 20-tal types van Dragendorff, verder nog vernist en geverfd aardewerk, urnes, amforen, terra nigra, terra rubra enz….. Op deze manier ben ik reeds begonnen met een classificatiesysteem om de tellingen in een later stadium vlotter te laten verlopen.
Bij Johnny komen ook de eerste vaststellingen los: met name dat er in de verzameling een overvloed is aan het type bekers Drag. 27. Ook de types Drag. 29 en 37 komen vaak voor. In de versieringen en tekeningen van de Drag. 29 komen er twee stijlen voor, deze met de versieringen verdeeld in open en vrije stijl. Wat we ook geleerd hebben is dat op de Drag. 29 nooit eierlijst voorkomt en op de Drag. 37 altijd eierlijst staat afgebeeld.
Verschillende scherven dragen sporen die typisch zijn voor de site Graufesenque (Zuid-Frankrijk). Zoals het driehoeksmotief, de graszoden en de kleine afbeeldingen van vogels. Na al deze waarnemingen is Johnny zo geboeid dat hij verschillende van deze scherven meeneemt naar Lede om deze daar verder te ontleden en te beschrijven (hier hoort men nog van).

In vooraf opgemaakte lijsten wordt het classificatiesysteem
voor de referentieverzameling opgetekend, nadien worden
er fiches opgemaakt met een uitgebreide determinatie
van het type en soort aardewerk.

Zonder het wel en goed te beseffen is het reeds na twaalf uur, en het is het knorren van twee lege magen die ons de werkzaamheden even doet stilleggen. Een goede kop koffie en een heerlijk broodje zorgen ervoor dat we niet beseffen dat we in deze kerstdagen volledig afgezonderd op zolder zitten en dit kerstgebeuren aan ons laten voorbijgaan. In de namiddag worden de werkzaamheden verder gezet en kan ik enkel vaststellen dat de gedane waarnemingen en notities een brede kijk geven op het schervenarsenaal. Zo kunnen we vaststellen dat er reeds verschillen zitten met de laatste waarnemingen gedaan door Prof. De Beenhouwer in 1996. Het betreft hier andere types van Dragendorff die voorkomen. Nu is het wel nog te vroeg om reeds conclusies te trekken aangaande de interpretatie maar het opent reeds perspectieven. Om dit te doen zal onze studie en waarnemingen nog uitgebreider moeten gebeuren. Johnny slaagt er nog in om een drietal refittings tot stand te brengen (anders zou zijn dag niet geslaagd zijn).
Als de namiddag op zijn einde loopt maken we reeds een werkschema op voor komende zaterdag. Dit zal dan de laatste werkdag zijn van 2007, want tussen kerst en nieuw is het museum jammer genoeg gesloten.

Een blik op het gestempelde waar,
mooi gedetermineerd en beschreven.

Onder de eerste tonen van het aangekondigde kerstconcert van vanavond dat plaats heeft in de kapel van het museum verlaten wij ons schuiloord en begeven ons hoestend en proestend door de smog en mist huiswaarts richting kribbe.

zondag 16 december 2007

Logboek 15/12/2007 : 54ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Walter Callebaut, Willy Van Paepeghem, Jozef Avoux, Romain De Moor
Bezoeker: Bart Joos
Werkzaamheden: Opbouw referentieverzameling, determinatie kruikenwaar, archivering en nummering, fotografie
Suggesties: Nihil

Verslag 54ste werkdag: zaterdag 15/12/2007

De laatste weken voor Nieuwjaar zijn aangebroken, en deze zijn merkbaar aan de nervositeit die er in de stad hangt want iedereen wil en zal kerstshoppen. Toch kan deze drukte het niet halen tegen de gezelligheid van onze zolder. Dus zing ik vrolijk “dag vrouwtje en dag dochter, shoppen jullie maar. Ik zie dat niet zo zitten. Ik trek naar mijne zolder toe”. Dus zo gezegd, zo gedaan. Er staan voorlopig nog altijd dezelfde werkzaamheden op de agenda. De referteverzameling moet verder opgebouwd worden en dit krijgt voorrang.
Na een afwezigheid van twee weken mogen we Walter weer begroeten en het doet deugd hem weer te zien. Onmiddellijk vraag ik hem of hij het ziet zitten om aanvang te nemen met de verschillende types van het kruikenwaar in de referteverzameling onder te brengen. Zeker geen eenvoudige opdracht. Doch ik heb het determinatiewerk van Vinckenroye meegebracht. Daarmee zouden we ons kunnen behelpen, doch blijft het niet eenvoudig.

Walter aan de slag met de determinatie van het kruikenwaar,
terwijl Romain op de achtergrond verder de referteverzameling
verder beschrijft en uitdiept.

Ondertussen heb ik een nieuw type van Drag. 36 aan de verzameling toegevoegd, onversierd wat een beetje speciaal is, want normaal is de Drag. 36 versierd op de breed omgeslagen lip met barbotineversiering. Een tweede nieuw item in de verzameling is het oor van een amfoor type Dressler 20, in rood aardewerk. Ook breng ik de verzameling over in de daarvoor voorziene plaats ons aangebracht door Hubert die steeds op vinkenslag ligt om zo efficiënt en zo praktisch mogelijk te werken.

De manier waarop de referteverzameling wordt geklasseerd
en overzichtelijk wordt gemaakt.

Vandaag kregen we ook het bezoek van Bart Joos, een gedreven amateur in de archeologie die wil samenwerken op een degelijke en wetenschappelijke manier, we willen langs deze weg Bart welkom heten in ons midden en hopen op een aangename en leuke manier onze kennis te delen. Hij wil vooral prospectietochten ondernemen samen met ons, een dankbaar initiatief waar we zeker zullen aan mee werken. Hier omtrent hebben we vandaag de eerste afspraken gemaakt en zullen we trachten om in januari van start te gaan. Dit initiatief kan ons werk rond de site Steenberg enkel maar ten goede komen.Willy en Jef zijn ondertussen druk bezig met het nummeren en het op fiche brengen van de verlijmde stukken. Bert legt zich trouw als elke week toe om alles op de gevoelige plaat te leggen en vandaag heeft hij geloof ik een record gebroken in het fotograferen van de verlijmde materialen zodat Hubert zijn ateliertje weer op volle toeren draait want na het fotografisch werk komen ze daar toe, waar ze worden geïnventariseerd en beschreven, klaar voor de tellingen in de eindfase. Weerom toont dit werk zijn nut, want een verloren gelegd inventarisatiezakje werd onmiddellijk na raadpleging van zijn lijst terug gebracht bij het exacte item. Terwijl Hubert onze nieuwe vriend Bart laat kennis maken met de verzameling en het reeds gedane werk kabbelt de namiddag rustig verder. Op het einde van de namiddag maakt Walter de eindconclusie van zijn determinatiewerk en die luidt als volgt: dat het zeker niet gemakkelijk zal zijn om al die verschillende soorten te onderscheiden, laat staan ze juist te typeren. Doch we hebben al andere katjes gegeseld zodat dit ook tot een goed einde zal gebracht worden.


Willy en Jef aan de slag bij het nummeren en
het op fiche brengen van het verlijmde materiaal.

Daar het echt een aangename temperatuur op onze zolder is en iedereen zo gefocust is op zijn werk, heeft dit tot gevolg dat we weeral in het donker de trappen kunnen afdalen maar er is toch een slimmerik die een lampje bij heeft. Zo kunnen we veilig de uitgang bereiken waar Annemie (echtgenote van Bert) ons staat op te wachten met de auto en ons zo veilig terugbrengt naar ons nest waar weer een hele boel verwerking kan gebeuren.

zondag 9 december 2007

Logboek 08/12/2007 : 53ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Willy Van Paepeghem, Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Johnny De Mol, Romain De Moor
Werkzaamheden: Inventariseren, beschrijven referteverzameling, op fiche zetten verlijmd materiaal, refitten en bestuderen schervendepot, fotografie
Suggesties: Nihil

Verslag 53ste werkdag: zaterdag 08/12/2007

Dat de inventarisatie in een verdere fase is beland merkt men duidelijk aan de nieuwe en andere werkzaamheden die gestart zijn. Het werk ligt niet meer met de nadruk op de refitting doch op het selecteren en beschrijven van het materiaal bestemd voor de referentieverzameling.
Doch blijft Johnny er in slagen om nog enkele scherven samen te brengen. Samen met hem heb ik de voorbije week de oudere publicaties van Prof. De Laet en Prof. De Beenhouwer grondig bestudeerd. Ik moet zeggen dat we reeds enkele opmerkelijke bevindingen hebben gemaakt. Dit zijn nu de voornaamste taken om zo een betere analyse van de totale collectie van de site Steenberg te kunnen maken. Sinds vandaag is Willy begonnen met de taak op zich te nemen om refittingen die zijn gebeurd te nummeren en op fiche te zetten, een taak waarvan Willy zich voorbeeldig kweet. Terwijl Willy deze taak overneemt, kan ik me verder toeleggen op de beschrijving van de referentieverzameling zodat Bert deze op beeld kan vastleggen.

Een beeld van de werkzaamheden, Willy aan de schrijftafel
en Johnny onderwerpt de scherven aan
een nauwkeurig onderzoek.


Romain aan het werk bij de referteverzameling.

Enkele van de bevindingen gemaakt door Johnny:
Drag. 4 is een term die niet meer in gebruik is, deze valt onder Drag.22.
Drag. 6 valt weg, deze stukken behoren allen tot Drag. 24
Drag. 25 is ook een type die we geschrapt hebben en valt onder Drag 24
Verder zijn er nog enkele zaken die in de publicaties van Prof. De Laet staan en moeten opgehelderd worden.

Wat wel opvalt is dat er verschillende zaken in de publicaties van De Laet en De Beenhouwer staan die tot nu toe nog niet hebben teruggevonden. Ook zijn er al een tweetal types van Drag. teruggevonden die niet waren opgenomen in vroegere publicaties.
Hubert is inmiddels weer in zijn ateliertje gedoken om verder te werken aan de lijst van de verlijmde stukken, die hij nu verder aanvult met de verschillende types van aardewerk die gedetermineerd worden. Dit werk is heel belangrijk omdat deze lijst uiteindelijk zal leiden naar de algehele inventarisatie. Maar Hubert die zeer gedreven is in dergelijke opdrachten, volgt alles minutieus op en geen detail ontgaat hem. Zo heeft hij op deze manier reeds enkele serieuze rechtzettingen gedaan.

Hubert aan de slag met zijn inventarisatielijst en
fototoestel bij de hand. De manier waarop wij hem
het best herkennen: gedreven en gebeten in
zijn taak als inventariseerder.

Bij dit alles is een drankje en een koekje een aangename verpozing. En dit gebeurt dan ook op tijd zodat de aandacht eens kan afgeleid worden. Terwijl het buiten hondsweer is stellen we vast dat onze zolder, nu met centrale verwarming, ons nog vele aangename en spannende uren zal brengen. Doch het klokje van de tijd tikt verder en rond 17u30 staan we met zijn allen klaar om weer huiswaarts te trekken, waar we rustig aan de verwerking van onze taken kunnen verder werken.

zaterdag 8 december 2007

H. Barbara: ook beschermheilige van de zoldermotten


Onze fotograaf heeft op zijn minst een boontje voor de H.
Barbara omwille van zijn onderstaand boekje. Hij vierde
op
4 december haar naamfeest. Nu beschermt ze de
zoldermotten een verdieping lager (foto boven) in het
Aalsterse museum.

zondag 2 december 2007

Logboek 01/12/2007 : 52ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30.
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Bert Deruyck, Willy Van Paepeghem, Johnny De Mol, Romain De Moor.
Bezoeker: Willy Temmerman.
Werkzaamheden: Verder uitwerken referentieverzameling, inventarisatie, fotografie.
Suggesties: Nihil.

Vergane zoldermotten (fotoverslag)




Verslag 52ste werkdag: zaterdag 01/121/2007

Na een week van algemene absorptie van onze studiedag waren we er klaar voor om op de eerste dag van de laatste maand van dit werkjaar er volop tegenaan te gaan. Men kon enige nervositeit en spanning waarnemen in onze werkgroep. Iedereen wou er meteen invliegen, en dat gebeurde ook.
Hubert dook in zijn ateliertje na dat hij samen met Willy, Bert en mij naar de studieresultaten van Johnny had geluisterd. En deze had zeker zijn best gedaan, waarvoor van harte proficiat, want dat toonden de nodige aantekeningen in zijn documenten aan. Hij ontdekte in de geschriften van Prof. De Laet dat een door hem te verlijmen stuk uit drie scherven van terra sigilata uit 5 stukken moet bestaan waaronder één van een gladiatorengevecht. Dit blijkt een zeldzame weergave te zijn. Na een kleine speurtocht vond hij een eerst ontbrekende scherf terug, doch deze met het gladiatorengevecht ontbreekt, vermoedelijk bevindt deze zich in het museum Het Pand. En wat blijkt, na een controle door Hubert van vroeger gemaakte foto’s, blijkt deze veronderstelling waar te zijn. Dit is een prachtig staaltje van gezamenlijk onderzoek. De vijf scherven zijn afkomstig van een schaal type Dragendorff 37.
Ondertussen ben ik ook aan de slag gegaan met een algemene beschrijving te maken van de inhoud van de door ons samengestelde referentieverzameling. Ik stel vast dat we reeds 13 verschillende vormen van terra sigilata hebben van het type Dragendorff. Waaronder twee soorten met versiering, Drag. 29 en Drag. 37. Dit zijn ook de twee meest voorkomende versierde types.

Willy en Hubert aan de slag
met de terra sigillata scherven.

Verder stel ik verschillende soorten terra nigra vast waaronder een recipiënt afkomstig uit de eerste eeuw (vroeg terra nigra) en gestempelde terra nigra. Een verder en kompleet overzicht zal verschijnen in een latere publicatie.
Bert laat zich ook niet onbetuigd en is volop begonnen met de referentieverzameling om te zetten in beeld. Aan hem hebben we reeds een prachtig aantal fotoseries te danken.
Hubert kwijt zich met opperste concentratie van zijn taak om alle verlijmde recipiënten te inventariseren en deze open te leggen in de voorziene verzamelbakken. Ook heeft hij de door mij al reeds verpakte en geconserveerde voorwerpen per groep geselecteerd: glas, ijzer, brons, enz… het ligt allemaal prachtig gesorteerd.
Op het einde van de namiddag worden we vergast met een bezoek van Willy Temmerman. Deze onfortuinlijke vriend die juist een publicatie heeft gemaakt over de godinnencultus op de Steenberg komt zich vergewissen van een bronzen beeldje van de oorlogsgodin Minerva.

In druk overleg. Van links naar rechts: Willy Van
Paepeghem, Romain, Bert en Willy Temmerman.

Helaas moeten we hem teleurstellen, want dit voorwerp bevindt zich momenteel nog altijd in het museum Het Pand te Gent. Daar wij aan dit onderdeel van de studie nog niet bezig zijn blijven deze voorwerpen op hun standplaats. Maar ik maak hem de belofte om hem enkele foto’s van dit beeldje door te sturen.
Terwijl heeft de klok weeral haar werk gedaan en dwingt zij ons om in de halve duisternis onze weg op de trappen naar de bewoonde wereld te zoeken. Gelukkig heeft Hubert een zaklamp bij. Zouden wij dit ongemakkelijk euvel reeds eerder hebben meegemaakt?

maandag 26 november 2007

Logboek 24/11/2007 : 51ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 10u tot 17u30.
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Bert Deruyck, Johnny De Mol, Walter Callebaut, Willy Van Paepeghem, Jef Avoux, Frederik De Loose, Jos De Loose, Patrick Monsieur, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Opbouw referentieverzameling.
Sugesties: Nihil.

zondag 25 november 2007

Verslag 51ste werkdag: zaterdag 24/11/2007

Bar koud voor een zaterdagmorgen rond de klok van 9u30. De ideale omstandigheden om er een ganse dag keihard tegen aan te gaan. Het is Bob die voor ons het hek open doet zodat we ons toegang kunnen verschaffen tot ons adelaarsnest. Vandaag staat onze eerste studiedag op de agenda met het doel een referentieverzameling op te bouwen die verder als leidraad zal dienen tot een uitgebreide studie over de site Steenberg. Een tiental deelnemers is vastberaden om het tot de klok van 17u vol te houden.
Hubert en ik hebben er wel voor gezorgd dat we op tijd een goede tas koffie kunnen nuttigen om even te bekomen van de zware materie die op onze schouders zal vallen.
Het is Dr. Prof. Patrick Monsieur, onze wetenschappelijke begeleider, die ons zal wegwijs maken in de determinatie van ons schervenpotentieel. Na de verwelkoming en even bijgepraat te hebben gaan we over tot de order van de dag. Patrick begint eerst met een serieuze uiteenzetting van het hoe en waarom opzetten van een referentieverzameling. Hij leert ons de punten waarop we vooral moeten letten en wijst ons ook op het feit hoe belangrijk het is dat we ook de reeds uitgegeven publicaties en studies vergelijken met datgene wat we zelf ontdekken in ons inventarisatiewerk.

Een aandachtig trio bij de uiteenzetting van Patrick over de
toe te passen werkwijze.

Hij hamert er op dat het heel belangrijk is om heel gedisciplineerd en methodisch te werk te gaan. Het is vooral heel belangrijk om de gangbare benamingen en determinatiecodes te hanteren en te kennen. De voornaamste typologieën voor ons zijn Dragendorff voor de terra sigilata en deze van Holwerda voor de urnes en bekers. Natuurlijk mogen we zeker ook de andere typologieën niet over het hoofd zien. Ook de tellingen van de verschillende recipiënten is belangrijk voor een juiste en exacte inventarisatie. We moeten er ook in slagen om de individuen af te zonderen en apart te groeperen, doch steeds rekening houdend met het soort aardewerk waarin deze voorkomen. Ook het opmaken van de inventarisatiefiches moet methodisch gebeuren met de exacte wetenschappelijke vaststellingen en determinatie van het recipiënt dat voorkomt op de fiche. Na de theoretische uiteenzetting is het tijd voor de praktijk, doch eerst een welgekomen tas koffie. Voor het opzetten van de referentieverzameling gaan we beginnen met de terra sigilata. De eerste praktijkles in het hanteren van de typologie van Dragendorff verloopt vrij vlot en al vlug kunnen we vaststellen dat we in de collectie die we voorhanden hebben om te bestuderen heel wat verschillende types van dit aardewerk bezitten. Hier maken we reeds twee verschillende groepen met aan de ene zijde de versierde sigilata en aan de andere zijde de onversierde.

Patrick wijst op de verschillende aspecten van determinatie.

Het loopt tegen de middag en het is Hubert die er voor gezorgd heeft dat we wat tussen de kiezen krijgen: het heerlijke broodje smaakt bij iedereen en met de nodige drank is onze maag voldaan zodat we de namiddag tegemoet kunnen gaan. Deze verloopt als volgt.
Vooreerst werken we het gedeelte terra sigilata af en spreiden we alle voorkomende types uit in een verzamelbak, en dit is zeker niet niets. Het tweede luik bestaat er uit om het overige luxe aardewerk te sorteren en onder te brengen in de referentieverzameling. Dit is al heel wat moeilijker en hier wordt de parate kennis van de aanwezigen serieus op de proef gesteld. Maar we mogen toch stellen dat bij de vaste ploeg van refitters en archiveerders deze kennis al vrij hoog ligt waarvoor een dikke proficiat.

Patrick en Romain bij het bestuderen van een sigilata-scherf.

Zo kabbelt de tijd maar voort en inderdaad tegen de klok van vijf uur, de door ons vooropgestelde eindmeet ligt er al een voorname referentieverzameling uitgestald van het luxewaar. In een nabeschouwing krijgen we nu de opdracht deze verder uit te bouwen en het andere materiaal hieraan te toetsen. Ook zullen we beginnen om het gewone waar onder te brengen in onze referentieverzameling in aparte groepen. Thuis bij Romain wordt bij het drinken van een goede Leffe samen met Patrick en Hubert de nabeschouwing afgesloten en wordt reeds een volgende studiedag afgesproken. Dan zullen we over gaan om de verschillende groepen nauwkeuriger te beschrijven en misschien reeds met de eerste tellingen beginnen. In ieder geval, nog werk genoeg.

zondag 18 november 2007

Logboek 15/11/2007 en 17/11/2007: 49 en 50ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: Donderdag: 9u30 tot 16u45
Zaterdag: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Donderdag: Romain De Moor en Johnny De Mol

Zaterdag: Romain De Moor, Hubert Timmerman, Walter Callebaut, Jozef & Milan Avoux
Bezigheden: Refitten, archiveren, conserveren en filmopnames. Opkuis van de zolderruimte en voorbereidingen voor de studiedag.

Suggesties: Nihil.

Verslag 49 en 50ste werkdag: donderdag 15/11/2007 en zaterdag 17/11/2007

Wat een hectische week. Wat in feite het verslag van één werknamiddag moet worden zal dit het verslag worden van een ganse week. Reeds maandagavond waren Hubert en ik op stap om Johnny thuis eens te gaan opzoeken in zijn atelier. En inderdaad zoals steeds was hij aan het refitten toen wij aanbelden. Onmiddellijk werden we ondergedompeld in zijn drukke activiteiten en het verbaasde ons hoe hij ook thuis als bezeten doorgaat met ons onderzoek. De scherven liggen overal verspreid over gans de kamer strikt oplettend dat alles in de context ligt zoals het in het museum ook is. Op het ogenblik is hij bezig met het kruikenwaar en hij slaagt er momenteel in om een bijna volledig exemplaar te reifitten, enkel de juiste vorm aanhouden lijkt niet evident en baart hem wat zorgen.

Johnny drukdoende in zijn werkkamer waar hij ons heel nauwkeurig
uitlegt waarmee hij bezig is.

Ook beneden in zijn woonplaats is hij drukdoende, daar heeft hij zich namelijk geïnstalleerd om zijn verlijmingswerk tot een goed einde te brengen. De reden dat hij dit in zijn woonplaats doet is de ideale temperatuur die er heerst om de lijm te verwerken. Na een goed uur laten wij onze vriend achter wetende dat wij de straat nog niet uit zijn of hij zit weer tussen zijn scherven. Na de drukke bestuursvergadering van woensdagavond begeef ik mij op donderdag zo rond de klok van 9u30 naar mijn tweede thuis “de museumzolder”. Opgewacht door Marianne en Bob die me verwelkomen met een goede kop koffie ga ik er tegenaan. Deze werkdag heb ik me drie doelen vooropgesteld. Eens deftig kuis houden in onze rommel want dat is echt nodig, de nodige voorbereidingen voor onze studiedag van zaterdag en voortgang maken in mijn archiverings- en conserveringswerk van het materiaal van Gent. Die kuis houdt me een goed uurtje bezig en eerlijk gezegd ik herken mijn werktafel niet meer. Het klaarzetten en het voorbereiden voor onze studiedag houdt me voor de rest van de voormiddag zoet. Het is rond 12u15 als ik beneden aan de balie een heerlijke kop koffie krijg ingeschonken door onze vriend Bob. Na een klein half uurtje keuvelen begeef ik mij terug naar boven en niet veel later komt ook Johnny aan die mij de rest van de namiddag vergezelt en weer mooi refittingswerk aflevert. Ik stort me op een doos met restanten van bouwmaterialen, en het eerste wat mij in de handen valt is een prachtige polissoir of polijststeen. Dit item maakt me blij want voorheen wisten we niet dat dit soort van artifact zich in de verzameling bevond. Er zijn duidelijk nog sporen van polijsting op aanwezig en de mooie holle vorm van gebruik van dit voorwerp is prachtig waarneembaar.

Een beeld van de polissoir of polijststeen met
duidelijk de holle vorm van gebruik.

Doch ik leg dit voorwerp even aan de kant want er dringt zich ander belangrijk conserveringswerk op. In dezelfde doos zitten er namelijk ijzeren voorwerpen die reeds uit de verpakking zijn gevallen en achteloos rondslingeren tussen het ander materiaal. Gelukkig is er op het broze verpakkingspapier de context vermeld van deze voorwerpen maar welke voorwerpen uit welke context komen is niet meer te achterhalen daar alles verspreid en door elkaar in de doos lag. Dus heb ik dit alles samen ondergebracht in een doos met een label bij waarop alle context gegevens vermeld staan. Jammer genoeg moet ik vaststellen dat dit met andere voorwerpen ook het geval is zodat het een hele opgave zal worden om dit alles terug in de goede orde en context te plaatsen. Het is rond de klok van 18u30 als ik weer thuis kom, en na een uurtje krijg ik het ontstellend nieuws dat onze vriend Patrick is betrokken geraakt bij een verkeersongeval samen met zijn echtgenote. Daardoor kan natuurlijk de studiedag niet doorgaan. Onmiddellijk zet ik me aan het werk om alle deelnemers en de mensen van het museum in te lichten. Uiteindelijk slaag ik er in om rond de klok van 22u deze klus te beëindigen zodat ik met een gerust gemoed kan gaan slapen. Op zaterdag rond de klok van 14u is het weer verzamelen geblazen op de museumzolder voor alweer een nieuwe werknamiddag. Vandaag mogen we een nieuwe enthousiaste jongeman bergroeten die eens wil kennis maken met ons opzoekingswerk, Milan Avoux, de kleinzoon van onze vriend Jef lijkt ook gebeten van de refittingsmicrobe. Na een kleine introductie gaat hij met volle moed aan de slag. Hubert heeft zich ondertussen in zijn ateliertje teruggetrokken om het verlijmingswerk van Johnny te inventariseren. Ook heeft hij zijn atelier verder uitgebreidt, want hij heeft te kampen met plaatsgebrek. Inderdaad zijn bakken komen goed vol met verwerkt materiaal en ook zijn inventarisatie neemt uitbreiding. Ik zelf ben terug aan mijn conserveringswerk van de bouwmaterialen begonnen en Walter neemt Milan mee op sleeptouw in de wondere wereld van de refitting. Onze vriend Bert die om gezondheidsreden vandaag niet aanwezig is wordt vervangen door Jef die filmopnamen maakt van onze werknamiddag. Walter en Milan slagen er in om toch enkele stuken samen te brengen, Milan brengt twee randschereven samen van een voorraadpot in ruw donkergrijs/ zwart aardewerk. Walter slaagt er op zijn beurt in om twee randscherven samen te brengen in licht roos/ grijs aardewerk vermoedelijk van kruikwaar, geoxydeerde bakking, fijnwandig.

Milan aan het werk bij de refittingsbakken.

Walter die ook nieuwe materialen uit de kasten heeft gehaald, komt op het uitstekend idee om al het materiaal dat uit het museumarsenaal komt apart te houden in een bak om verdere vermenging met het andere materiaal te voorkomen. Bij al deze bedrijvigheid ontgaat ons de wijzers van de klok met het gevolg dat we in het donker de trappen moeten afdalen naar de bewoonde wereld. Tot afsluiten van deze drukke week kan ik nog zeggen dat de studiedag die vandaag is uitgesteld doorgaat op zaterdag 24/11/2007 om 10u tot 18u. Zoals je ziet uitstel is geen afstel.

maandag 12 november 2007

Logboek 10/11/2007: 48ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Aanwezigen: Bert Deruyck, Romain De Moor
Tijdstip: 14u tot 17u
Werkzaamheden: Fotografie, archivering en beschrijven
Suggesties: Nihil

Verslag 48ste werkdag: zaterdag 10/11/2007

Terwijl langsheen de boord van de Dender alles in gereedheid wordt gebracht om die goede Sint te ontvangen hobbelen we in een rustig tempo naar ons vertrouwde museum toe. Daar we vandaag maar met twee moedigen zijn die het gure weer trotseren zal het er zeer rustig aan toe gaan. Bert slaat zoals gewoonlijk aan het fotograferen. In eerste instantie fotografeert hij het statuet dat door Johnny is verlijmd. Na de refitting van dit object krijgt dit echt de vorm van een volwaardig beeldje in terra cotta. Met volwaardig wil ik zeggen dat met enig speurwerk het mogelijk moet zijn om na te gaan welke voorstelling er is uitgebeeld. Om dit op te zoeken moeten we zeker een dezer nog eens naar de archeologische bibliotheek gaan van het Pam te Velzeke. Ook wil ik in dit verband eens contact opnemen met Prof. Jan De Beenhouwer die in 1996 een studie en publicatie heeft gemaakt over de terra cotta beeldjes van de site Steenberg. Maar daarvoor moet ik eerst een welgeslaagde foto in mijn bezit hebben van dit object en daar kan alleen Bert voor zorgen.

Het statuet dat door Johnny is verlijmd.

Na dit artefact te hebben gefotografeerd neemt hij gedetailleerde opnames van het broze beendermateriaal. Dit moet nu verpakt worden en zo vlug mogelijk naar Gent te worden overgebracht voor verdere conservatie. Ondertussen heb ik het verlijmde materiaal van Johnny uitgepakt met het oog op nummering en archivering. Het gaat hier voornamelijk om kruikwaar, fijnwandig, roos/grijs aardewerk van geoxideerde bakking, Belgisch waar. Ik moet toegeven dat Johnny dit weer voortreffelijk heeft gedaan. Dit materiaal gaat na nummering en archivering terug naar Johnny om verder op te werken. Daar Hubert afwezig is laten we het verlijmde materiaal van Gent ongemoeid in zijn ateliertje staan zodat hijzelf de nummering kan doen. Volgende week op zaterdag 17/11/2007 is het onze eerste studiedag over exactere determinatie van het aardewerk en het oprichten van een referentieverzameling. Ik hoop nadien echt te kunnen starten met tellingen van het verlijmde materiaal en ook met een doorgedreven inventarisatie per soort van voorwerpen in de verschillende categorieën aardewerk. Op die mannier krijgen we weer een dieper inzicht op het geheel dat we nu reeds hebben verwerkt. Dit zou moeten passen in het kader van een artikel over ons eerste werkjaar. Ik hoop volgende donderdag een ganse dag in het museum te kunnen werken om deze studiedag optimaal voor te bereiden. Bij al deze overwegingen en gedachtegangen is het weerom tijd om huiswaarts te keren. Dit was wel een rustige toch verdienstelijke werknamiddag.

zondag 4 november 2007

Logboek 03/11/2007: 47ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Johnny De Mol, Bert Deruyck, Walter Callebaut
Werkzaamheden: refitten, inventariseren van gestempeld terra sigillata, fotograferen
Suggesties: Nihil

Verslag 47ste werkdag: zaterdag 03/11/2007

Even een jaartje terug in de tijd: het is vandaag één jaar geleden dat Hubert en ik voor de eerste maal de zolder betraden om een planning op te maken over de inrichting ervan. Geen van beiden wist waaraan we eigenlijk gingen beginnen. Een ding stond vast: de start was gegeven en we konden niet meer terug. Toen we een week later voor de eerste maal in het bijzijn van Patrick Monsieur, onze wetenschappelijke begeleider, de eerste scherven open legden en ook de eerste refitting tot stand kwam wist ik dat we hier aan een belangrijke taak begonnen. Een taak die in het begin met argusogen werd gevolgd door de buitenwereld en door mensen die dagdagelijks met archeologie bezig zijn. Maar naarmate de weken vorderden en er steeds meer en meer resultaten werden geboekt verdwenen die argusogen en werden vervangen door bemoedigende woorden en complimenten. En nu één jaar later mag ik zeggen dat de zolder van het museum werkelijk is uitgebreid tot een archeologisch onderzoekscentrum waar een vaste kern van gedreven mensen elke week met hart en nieren zich inzetten om dit groot archeologisch inventarisatiewerk tot een goed einde te brengen. Die mensen wil ik langs deze weg een hartelijke proficiat toe wensen en een hart onder de riem steken om voort te doen op de ingeslagen weg. En juist nu vandaag kan ik door familiale omstandigheden onmogelijk aanwezig zijn op deze bijzondere dag. Doch ik weet dat het werk gewoon is doorgegaan en dat er op het gebied van de refitting weer enkele resultaten zijn geboekt. Hubert die zoals steeds werkzaam is in zijn atelier is begonnen met het nummeren en inventariseren van de gestempelde terra sigillata. Walter heeft vandaag nog twee gestempelde scherven in terra sigillata gevonden.

Johnny bij zijn geliefkoosde scherven.

Ik ben zeker dat er nog gestempelde scherven zullen gevonden worden in dit materiaal. Bert heeft zich zoals steeds bezig gehouden met de fotografie van deze objecten. Hiervan weet ik dat ik de resultaten één dezer zal te zien krijgen zodat ik ze kan verwerken in ons digitaal archief. Ook zal ik op deze basis kunnen beginnen met een eerste onderzoek naar de nog leesbare stempels. Inderdaad, dit wil ik nog even vernoemen: ons team dat elke week samenkomt levert ook nog serieus werk thuis. Het verlijmen van het materiaal, het bewerken van de foto’s, het digitaal archiveren en beschrijven, dit zijn allemaal taken die thuis gebeuren. Daarbij komt nog het materiaal dat we gebruiken ook moet aangehaald worden. Dit wil zeggen dat ieder van ons ongezien bijna elke dag bezig is met iets van dit werk. Vandaag is ook nog te vermelden dat er enkele bezoekers zijn geweest. Zo zijn er enkele kennissen van Johnny langsgekomen en ook Mimi is langsgeweest met een bezoekster uit Brugge. Ik kan me voorstellen dat de stemming bij het afsluiten van deze werknamiddag identiek dezelfde was als alle voorgaande. We doen zeker voort.

woensdag 31 oktober 2007

Logboek 30/10/2007: 46ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst.
Tijdstip: 13u tot 17u.
Aanwezigen: Romain De Moor.
Werkzaamheden: conserveren en beschrijven van voorwerpen.
Suggesties: beendermateriaal en ijzeren voorwerpen moeten met voorrang behandeld worden
.

Verslag 46ste werkdag: dinsdag 30/10/2007

Deze 46ste werknamiddag is een eenmansactie van mij uit. Op deze vrije dag voor die drukke feestdagen deze week trok ik er alleen op uit naar onze zolder. Mijn doel was om zo veel mogelijk materiaal te conserveren en te beschrijven. Mijn eerste werk was dat waarmee ik zaterdag bezig was: een stuk gesmolten glas en enkele bronzen voorwerpen waaronder de voet van een bronzen flesje. Eens dit geklaard nam ik doos 8 onder handen. Deze omvat vooral bouwmaterialen en beendermateriaal. Aangezien de toestand van de verpakking van het beendermateriaal hopeloos is besloot ik om dit eerst te behandelen.
Toestand van het verpakte beendermateriaal in doos 8.
In eerste instantie vond ik enkel wat verharde klompjes aarde, waardoor ik me verplicht zag om deze te reinigen. Deze klus moest ik met alle voorzichtigheid aanpakken. Maar met de reeds opgedane ervaring in het behandelen van beendermateriaal lukte me dat goed. Daar ik reeds verpulverd beendermateriaal had aangetroffen in de verpakking besefte ik maar al te goed dat het 1 min voor 12 is voor dit materiaal. Ik nam dadelijk contact op met Patrick met de vraag of ik dit beendermateriaal zelf mocht behandelen. Maar na rijp overleg en aangezien de toestand van dit materiaal besloten we om dit zo goed mogelijk te verpakken en naar Gent over te brengen om te laten behandelen met producten waar ik echt niet over beschik. Daar het materiaal niet heel veel omvangt is het echt nodig om dit zo goed mogelijk te behandelen want anders is dit toch wel belangrijk materiaal voor goed verdwenen.

Kijk op het weinige beendermateriaal van de site Steenberg.

Na deze reddingsoperatie besloot ik nog om enkele ijzeren voorwerpen te conserveren, waaronder een sleutel. Deze zijn niet in veel betere staat dan het beendermateriaal. Ook hier dringt zich een noodzakelijke restauratie op.
Ondertussen is het weeral tijd om in alle stilte terug afscheid te nemen van datgene wat eigenlijk een groot stuk van mijn leven is geworden.

zondag 28 oktober 2007

Logboek 27/10/2007: 45ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Frederik De Loose, Walter Callebaut, Romain De Moor
Werkzaamheden: Refitten materiaal Gent, archiveren nummeren en beschrijven, fotografie
Suggesties: Vragen of er nog resterend materiaal zich in het depot van Gent bevindt. Analyse maken op grond van verspreiding van het materiaal aan de hand van opgravingplans.

Verslag 45ste werkdag: zaterdag 27/10/2007

Natuurlijk blijven we resultaten boeken. En zeker na het opmerkelijke resultaat dat Hubert behaalt. Bij het archiveren van het statuet viel zijn oog op een klein gedeelte van restanten van lijm. "Kijk", zegt hij, terwijl hij mij het statuet onder de neus duwt, "het kan niet anders of hier ontbreekt nog een gedeelte". En inderdaad na het grondig te hebben bekeken kom ik ook tot de vaststelling dat er nog een ander stuk in terra cota-aardewerk moet deel uitgemaakt hebben van dit object. Plus de nummering van het geheel klopt ook niet, want er ontbreekt één nummer. Vermoedelijk moet dat stuk nog in de kast liggen in de tentoonstellingsruimte, dat is anders niet mogelijk. Veel meer heeft Hubert niet nodig om onmiddellijk naar de bedoelde kasten te gaan en na enig speurwerk tovert hij inderdaad de onbrekende schakel te voorschijn.
Ondertussen laat Walter zich niet onbetuigd en ook hij tovert enkele fraaie refittings uit zijn mouw. Het zal bij Johnny knagen terwijl hij ginder in het verre Marokko loopt te blazen onder de zon.
Na 45 werknamiddagen van intensief refittingswerk moet ik zeggen dat onze blik en ons doorzicht op die massa scherven gevoelig is toegenomen. Want men moet weten dat niet alle scherven mooi passend in elkaar vallen. Neen, hoor. Bij velen zijn de breuken zo verweerd dat het echt moeilijk is om aanrakingspunten te vinden. Het is zeker niet de eerste maal en ook niet de laatste maal dat na enige discussie een bepaalde refitting in de hoek vliegt om later terug rustig te bekijken of om aan een meer onderlegd persoon voor te leggen.
Vandaag nog komt Walter met twee randscherven van een urne type Holwerda 31 aandraven, vermoedelijk zal het wel goed zijn maar de breuken zijn zo verweerd dat er nauwelijks aanrakingspunten zijn, dus samen houden maar dit valt niet te verlijmen.
Onverwijld doe ik verder met het verder conserveren van de glasscherven en de metalen voorwerpen, dit is vooral een tijdrovend werk. De verpakking van het materiaal is er soms echt erbarmelijk aan toe, waarbij bij het uitpakken de grootste voorzichtigheid is geboden. Alles wordt opnieuw verpakt waarbij ik deze stukken in een soort van harde kunstvezel uitsnijd zodat deze echt tegen vervoer en behandeling zijn bestand. Zij worden verder opgeborgen in gepaste plastiekdozen voorzien van een etiket met de nauwkeurige beschrijving. Nadien komen deze dozen terecht bij Hubert die ze van een gepast inventarisnummer voorziet.
Ook Frederik laat zich niet onbetuigd en gaat naarstig voort met de nummering van het verlijmde materiaal. Ook de beschrijving op de fiches neemt hij ter harte. Terwijl iedereen naarstig aan het werk is maakt Walter de suggestie dat het niet mogelijk is dat alle materiaal van Gent in ons bezit is. Dit is een overweging die door Hubert en mij ook reeds is gemaakt. Er zijn verschillende scherven gemerkt met het teken dat ze aansluiten op een andere scherf, maar deze ontbreken dan weer. Dus we zullen Patrick moeten aansporen om in het depot van Gent nog eens rond te speuren. Anders moet ik hem voorstellen om zelf eens op zoek te gaan.


Romain en Walter in drukke bespreking aangaande de
analyse van de voorwerpen op grond van opgravingplans.

Bert en Romain in overleg over de te fotograferen
stukken, op de achtergrond Walter aan de refittingsbak.


Bij het klikken van het fototoestel van Bert klikt ook de tijd voort en in de late namiddag komt Mimi nog opdagen om ons een riem onder het hart te steken. Na de vraag van Walter of het mogelijk is om een analyse te maken op grond van verspreiding van het materiaal op de site, doe ik hem uit de doeken dat ik met de idee loop om de opgravingplans van Prof. De Laet te kopieren en deze op onze zolder op te hangen om daar zo veel mogelijk de stukken op aan te duiden die momenteel in ons bezit zijn. Walter ziet dat onmiddellijk zitten en maakt reeds plannen om dit dan in een later stadium te digitaliseren.
Terwijl we hierover verder overleggen dalen we de trappen af want het is weer tijd om huiswaarts te keren.

maandag 22 oktober 2007

Logboek 20/10/2007: 44ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal” Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Bert Deruyck
Werkzaamheden: Inventarisatie verlijmd materiaal Gent, fotografie
Suggesties: Nihil

Verslag 44ste werkdag: zaterdag 20/10/2007

Het was Johnny en mij onmogelijk om op onze 44ste werkdag aanwezig te zijn, maar tot ons grote spijt waren wij om familiale reden de grote afwezigen. Integendeel waren Hubert en Bert wel van de partij om deze werknamiddag wat kleur bij te zetten. En dat hebben zij natuurlijk met verve gedaan.
Hubert heeft van deze uitzonderlijke rust gebruik gemaakt om zijn inventarisatie van het tot nu toe verlijmde materiaal van Gent te vervolledigen en Bert heeft zich natuurlijk vol overgave op het resterend te fotograferen materiaal gestort.

Een deel van het verlijmde en geïnventariseerd materiaal van Gent.

Bert, onze huisfotograaf.

Als we alles eens op een rijtje te zetten wordt dit toch een doorgedreven inventarisatie en refitting. Ik heb zo een vermoeden dat de inventarisatie enkele honderden pagina’s zal vullen, en laat ons daar de nodige beschrijvingen nog bij denken zullen we zeker niet ver van de duizend blz. uitkomen. Laat ons daarbij nog de beknopte beschrijving in boekvorm tellen en we weten dat we nog enkele jaartjes zoet zullen zijn. Doch beseffen we maar al te goed dat dit uiteindelijk nodig is willen we het archeologisch patrimonium van onze gemeente Hofstade laten verder bestaan voor de volgende generaties. Hopelijk is het nog mogelijk om in de toekomst verder veldonderzoek op de site Steenberg te verrichten. Want we zijn er van overtuigd dat met al het materiaal dat nu gekend is, het onmogelijk is dat deze site al haar geheimen reeds heeft prijs gegeven. We weten dat het momenteel heel moeilijk is om daar verdere prospecties uit te voeren omdat het terrein enkel bestaat uit weiland. Daarom moeten we op onze hoede zijn en elke activiteit van grondwerken die op het terrein gebeuren op de voet volgen zodat ons geen enkel gegeven of spoor kan ontsnappen. Met deze bedenking kunnen we ons verder harden om de ingeslagen weg tot het einde te volgen.
Ik ben er zeker van dat onze twee trouwe medewerkers gisteren aan het einde van hun werknamiddag met dezelfde overwegingen in het achterhoofd huiswaarts zijn gekeerd met dezelfde intentie om blijven voort te doen aan dit complex werk.

zondag 14 oktober 2007

Logboek 13/10/2007: 43ste werkdag

Locatie: Museum “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst.
Tijdstip: 14u tot 17u15’.
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Bert Deruyck, Walter Callebaut, Frederik De Loose, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Nummeren en beschrijven, hernummeren, conserveren, fotograferen, inventariseren.
Suggesties: Patrick vragen of we zelf mogen op zoek gaan naar ontbrekend materiaal in Gent.

Verslag 43ste werkdag: zaterdag13/10/2007

Als je op onze zolder aankomt en je ziet al die scherven en ander materiaal uitgespreid liggen dan denk je “miljaar, met wat zijn die mannen bezig?” Doch die mannen laten zich zeker niet afschrikken door die hoeveelheid te verwerken materiaal.Hubert begint zoals afgesproken door te werken aan de nummering van de verlijmde scherven van de Universitei Gent. De door mij voorafgedrukte inventarisatielabels vallen in de smaak van zowel Hubert als Bert, onze huisfotograaf. Frederik is ook vandaag begonnen met het nummeren en beschrijven van het materiaal van Aalst. Deze taak die ik tot nu toe ter harte had genomen heeft hij volwaardig overgenomen en hij kwijt zich voorbeeldig van zijn taak. Ongelofelijk hoe deze jonge gast vorderingen maakt in het refittingswerk en het herkennen van de soorten aardewerk.

Frederik bij het beschrijven en
nummeren van het materiaal

Ook is hij vandaag begonnen met het hernummeren en het fixeren van de reeds oudere relicten. Met onze hernieuwde techniek verloopt dit werk vlotter en het resultaat is duidelijker en blijvend. Door de reorganisatie in onze werkzaamheden kan ik me meer toeleggen op het conserveren van de andere voorwerpen. Op die manier krijgen we een duidelijker en breder zicht op de verzameling van de Universiteit Gent. Ik vraag aan Bert om een paar foto’s te maken van enkele bijzondere relicten, waaronder het oor van de Dressler 20 met vingerafdruk en die ook nog gediend heeft als kerfstok. Ook wil ik jullie een voorbeeld geven van een bekertje in terra sigillata en een idem verbrand exemplaar. Dit laatste enkel maar om aan te tonen welke impact vuur heeft op dit aardewerk.


Links een voorbeeld van een bekertje in terra sigillata
en rechts een idem verbrand exemplaar. Beide
exemplaren behoren tot de verzameling van de
Universiteit Gent.

Oor van een amfoor Dressler 20. Aan de bovenkant is een
vingerafdruk waarneembaar en linksonder zijn sporen van
kerven waarneembaar.

Ondertussen is Walter drukdoende met de refitting, en niet zonder succes want hij slaagt erin om drie scherven samen te brengen van een urne type Holwerda 31. Ook brengt hij nog een tweetal wandscherven samen vermoedelijk van een voorraadpot. Bert die vandaag begonnen is met de foto’s te nemen klaar voor publicatie van het materiaal van Gent slaagt erin om reeds een 45-tal foto’s klaar te stomen. Dit is natuurlijk leuk want zo kunnen we beginnen aan de foto-inventarisatie van Gent. Op die manier krijgen we een prachtig foto-archief met nu reeds een 500-tal foto’s van relicten. De foto’s van de werknamiddagen zijn hier niet inbegrepen.
Als ik even het werk van een werknamiddag samenvat:
Conserveren van materiaal: metalen voorwerpen, terra cotta, Dressler 20, Gauloise 13.
Nummeren en beschrijven van een 20-tal verlijmde relicten.
Hernummeren van een 30-tal relicten.
Nummeren en fotograferen van een 45-tal refittings van Gent.
Reffiten van een drietal objecten.
Dit alles met 5 personen op een tijdspanne van 3u15’. Dan kan ik toch zeggen dat er serieus wordt doorgewerkt op zo een zaterdagnamiddag. Terwijl ik deze overweging zit te maken is het ondertussen weeral tijd om op te stappen. Op weg naar onze 44ste werknamiddag.

zondag 7 oktober 2007

Logboek 06/10/2007: 42ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u
Aanwezigen: Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Johnny De Mol, Romain De Moor, Patrick Monsieur
Werkzaamheden: Werkvergadering, toetsen materiaal, fotografie, refitting
Suggesties: aparte nummering materiaal Gent voor duidelijke inventarisatie op te starten, aparte inventarisatie gezegeld materiaal, bespreken nocturne en tentoonstelling, studiedag materialenkennis

Verslag 42ste werkdag: zaterdag 06/10/2007

Reeds lang aangekondigd maar reeds enkele malen afgezegd, de komst van Patrick Monsieur. Maar vandaag is hij aanwezig op onze zolder. En hij is verheugd als hij merkt dat de zolder steeds bij elk nieuw bezoek een andere aanblik heeft. Hier wordt serieus werk afgeleverd en bij deze zien we zijn blik rijzen over al het verlijmde materiaal dat in het atelier van Hubert is uitgesteld. Onmiddellijk uit hij zijn genoegen over de manier waarop we te werk gaan en dadelijk legt hij, zonder we er naar vragen, de nadruk op dat het heel belangrijk is om zo nauwkeurig mogelijk te inventariseren en alles bijhouden doos per doos en steeds de vermelding van het nummer van de doos noteren. Daarmee hebben we dadelijk een klaar en duidelijk antwoord op de vraag of het nodig is steeds het nr. van de doos te vermelden.
Na dit eerste onderhoud maken we een rondgang langs het materiaal van Gent, en krijgen we een gratis les aangeboden in materialenkennis.

Overleg met Patrick bij het materiaal van Gent.

Zo wijst hij er ons op dat er duidelijk twee belangrijke soorten van amforen aanwezig zijn in het rijke schervendepot: de Dressler 20 en de Gauloise 14. Duidelijk herkenbaar aan de soort van klei dat er gebruikt is. Bij een wandscherf maakt hij er ons duidelijk attent op deze afkomstig is van de bovenzijde van de amfoor, duidelijk te zien aan de vingeruitgleidingen die nog waarneembaar zijn. Hiermee toont hij aan dat het bovenste gedeelte van de amfoor apart werd gemaakt van het onderste gedeelte. Dat die pas nadien werden samengevoegd en dan voor er de lip werd opgeplaatst men met de hand langs de binnenkant van de opening met wat klei beide delen ging samen lijmen, dit zijn de waarneembare sporen op de scherf van de uitglijdende vingerafdrukken. Ook maakt hij ons attent op de aanwezigheid van verbrande terra sigillata. Hij leert ons het weinige Eifelwaar onderscheiden. Bij de oor van een Dressler 20 toont hij ons hoe die naderhand als kerfstok is gebruikt (de kerfsporen zijn duidelijk waarneembaar) geen uitzondering dit gebruik, blijkt regelmatig voor te komen. Een eigenaardige vaststelling, alhoewel we beschikken over een uitzonderlijk geheel en variatie van aardewerk, kunnen we geen waarneming doen van een typische wijn amfoor Gauloise 4. Vermoedelijk komt dit door dat we hier te doen hebben met een heiligdom en er geen amforen aanwezig zij met commerciële doeleinden. Ondanks dat de wijn op het heiligdom aanwezig zal geweest zijn omdat dit een typisch religieus reliek is, zal deze verhandeld zijn in kleinere toepasselijke kruiken en amforen van inlandse makelij. Terwijl de commerciële amforen type Gauloise afkomstig zijn van de streek van Cambrais. Bij al deze bedenkingen en vaststellingen wordt er ook eens verder aan gedacht om een referentieverzameling op te stellen. Dit zou gepaard gaan met een studiedag over materialenkennis, deze zou doorgaan in de maand november. Naderhand zouden we op deze referentieverzameling kunnen terugvallen voor verdere determinatie en studie. Er worden ook afspraken gemaakt om een aparte inventarisatie op te maken van het gezegeld materiaal, dit om later te kunnen bepalen wat er reeds beschreven is en wat er nog moet gepubliceerd worden.
Het materiaal van Gent krijgt een voorlopige nummering zodat toch al eens een serieuze inventarisatie kan gemaakt worden. Er wordt besloten om de volgende nummering toe te passen. “HKD/U.G./0001 enz…..

Hubert en Romain bij de inventarisatie van het verlijmde
materiaal van Gent. Een voorlopige nummering dringt zich op.

Nog even keren we terug naar de museumruimte om samen met Patrick nog eens te verlopen welke zaken er nog moeten getoetst worden. En ja, juist vandaag voltrekt zich de ramp. Bij het openmaken van een museumkast sneuvelt er een glas. Nu geen erg, na melding aan de balie en de belofte dat ik een dikke pint zal trakteren zal dit euvel verholpen worden. Ondertussen zit refittingskanon Johnny niet stil en slaagt hij er in om toch nog een drietal refittings op zijn naam te zetten.

Johnny zoals steeds op zoek naar het ultieme.

Ondertussen profiteren we van de aanwezigheid van Ann De Block om de eerste afspraken te maken voor de nocturne van de maand maart. Hierbij wordt Patrick gevraagd om een lezing te geven, dit alles gepaard met een tentoonstelling over ons refittingswerk. Dit alles zal later nog verder uitgewerkt worden en zeker zullen jullie alles hier omtrent vernemen op de blog en de site van de stad en de H.K.D.
Ondanks dit alles heb ik natuurlijk een serieuze achterstand opgelopen bij het nummeren en inventariseren. We spreken af dat Hubert aan het nummeren slaat bij het materiaal van Gent, zodat ik kan verder doe aan het andere materiaal.
Maar het aangenaamste van de dag heb ik nog niet vermeld, de centrale verwarming op onze zolder en in het museum werkt uitstekend zodat we zeker nog prachtige warme en leerzame winterwerknamiddagen in het verschiet hebben, heerlijk!!!

zondag 30 september 2007

Logboek 29/09/2007: 41ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst.
Tijdstip: 14u tot 17u30.
Aanwezigen: Walter Callebaut, Frederick De Loose, Willy Van Paepeghem, Johnny De Mol, Bert Deruyck, Hubert Timmerman, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Refitten, en toetsen van materiaal aan museumstukken, inventariseren van verlijmd materiaal, nummeren en beschrijven van materiaal, fotograferen.
Suggesties: Nihil .

Verslagen 40ste en 41ste werkdagen: zaterdagen 22 en 29/09/2007

Inderdaad bloglezers, we willen jullie niets laten missen van onze werkzaamheden op onze archeo-zolder , maar door technische storingen en een dringende update van de pc was het me onmogelijk om jullie op de hoogte te brengen van de vorige werkdag.
Op zaterdag 22/09/2007 waren we met drie aanwezigen op onze zolder: Walter, Johnny en Romain. Onze andere kompanen namen deel aan de jaarlijkse heemdag Vlaanderen die dit jaar doorging in Aalst. Dus het ging er rustig aan toe. Walter ging door met de refitting van het materiaal van Gent, en Johnny slaagde er wonderwel in om weer een scherf van Aalst en Gent samen te stellen. Ikzelf legde me de ganse namiddag toe op het conserveren van het ijzerwaar en glaswaar en allerhande losse artefacten die niet deel uitmaken van het aardewerkgamma.
Een geduldig maar nuttig werk. Nu, geduld oefenen behoort nu de laatste tijd meer en meer tot onze wekelijkse bezigheden. We weten dat we momenteel beland zijn aan een kritisch punt in onze refittings- en archiveringswerk en daarom luidt onze leuze meer en meer: “aandacht, geduld en opperste concentratie”. En dat hebben we vandaag op onze 41ste werkdag echt gevoeld dat geduld, aandacht en concentratie echt nodig zijn. Het komt erop aan dat we zeker niet mogen afwijken van de door ons vooropgestelde werkwijze. Hoe rap is een scherf niet verkeerd gelegd of is er niet een dubbel inventarisatienr. gebruikt? Allen doen we ons best om ons project te laten slagen. Johnny, Walter en Frederick bij de rEfitting, Hubert bij het inventariseren van het verlijmde materiaal, Bert bij het fotograferen, ikzelf bij het nummeren, beschrijven en conserveren van het materiaal. Het komt er vooral op aan dat elke scherf die wordt verlegd, of meegenomen of wordt toegevoegd aan een ander deel van de inventarisatie zijn eigen identiteit meekrijgt, zijn eigen logo. Dit is de enige manier om in een later stadium een prachtig onderscheid te kunnen maken in de verschillende facetten van ons werk. Allen weten we dat we momenteel werken aan twee verschillende verzamelingen, en dat we ten allen koste vermenging moeten voorkomen ondanks dat we alles aan elkaar moeten toetsen.

Johnny en Walter bij het openen van de kast in het museum
om het terra cotta-aardewerk te vergelijken.
Maar ons vaste team is nu reeds op elkaar zodanig ingespeeld dat ik er vast van overtuigd ben in het slagen van ons werk. En zeker loopt er al eens iets mis, maar we zijn verstandig genoeg om dat kalm en rustig op te lossen.

Johnny, Hubert en Romain werkzaam in het atelier van Hubert.

Nu, na dit pleidooi wil ik toch vermelden dat er vandaag weer veel werk is verzet op alle vlakken van het inventarisatiewerk. Zo bracht Johnny een prachtige refitting tot stand van drie scherven in ruwwandig donkergrijs aardewerk afkomstig van een kookpot. Walter en Johnny hebben ook het statuet van terra cotta-aardewerk getoetst aan het materiaal dat in de kasten ligt van het museum, helaas zonder positief resultaat. Hij slaagde er wel in om een grote scherf aan te passen aan een bord in terra nigra afkomstig uit de museumkasten. Hubert die ondertussen drukdoende was in zijn ateliertje kwam tot de constatatie dat er momenteel twee stukken ontbreken aan zijn inventarisatie en drie stukken waarvan we niet weten uit welke context zij komen. Dit euvel moet in de loop van de week rechtgezet worden aan de hand van fotomateriaal en nauwkeurig nazicht. Doch weet ik nu al dat dit zeker geen probleem kan zijn. Ook Frederik liet zich niet onbetuigd bij het refittingswerk en bracht een hals en een oor van een kruik samen in licht grijs aardewerk. Het nummeren en beschrijven van het verlijmde materiaal dat Johnny had meegebracht nam voor mij een ganse namiddag in beslag en terwijl ik dit werk volbracht kon ik alleen maar vaststellen dat het verlijmingswerk van Johnny op een professionele manier gebeurt.

Romain bij het nummeren en beschrijven van het verlijmde materiaal.

Ondanks deze spannende namiddag tikt de klok ongenadig voort, en terwijl we ne goeien dronken op mijn 50ste verjaardag werd het weerom tijd om af te sluiten voor een weekje.

Logboek 22/09/2007: 40ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30.
Aanwezigen: Walter Callebaut, Johnny De Mol, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Refitten, en toetsen van materiaal aan museumstukken, inventariseren van verlijmd materiaal, nummeren en beschrijven van materiaal.
Suggesties: Nihil.

zondag 16 september 2007

Logboek 15/09/2007: 39ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u15
Aanwezigen: Bert Deruyck, Johnny De Mol, Walter Callebaut, Hubert Timmerman, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Refitten, archiveren, fotograferen.
Sugesties: Patrick vragen om na te gaan of er geen materiaal meer in het depot van de Univ is achtergebleven.

Verslag 39ste werkdag: zaterdag 15/09/2007

Onder één van de vermoedelijk laatste warme dagen trokken we toch welgeluimd naar ons zolderken.
Johnny, pas terug van Spanje, was moeilijk bij te benen. Hij vertoonde de eerste ontwenningsverschijnselen van het refitten, en daar moet zeker wat aan gebeuren.
Alle gekheid op een stokje: we zijn blij dat Johnny en ook Walter weer in ons midden zijn.
Ik had reeds vrijdag een eerste gedeelte van fruitbakjes gaan afzetten in het museum zodat we vandaag de rest konden meebrengen. Dat deze bakjes nodig zijn om gemakkelijk te werken hoef ik hier niet meer uit te leggen.
Na eerst wat uitleg verleend te hebben aan Johnny en Walter van de toe te passen vernieuwde werkwijze togen we allen aan het werk. Iedereen werkte voort aan de voor hem voorbestemde taak. Hubert trok in zijn ateliertje en ontdekte een terechte refittingsfout. Nu dat is de eerste maal dat zoiets gebeurt en dat vind ik een hele prestatie als we de massa scherven eens bekijken die er liggen uitgespreid.
Walter zette zich aan het werk bij het materiaal van Gent, en merkte vlug op dat het zou kunnen dat nog niet alle materiaal uit het depot van Gent aanwezig is. Verschillende scherven vertonen merktekens naar andere scherven toe en deze blijken dan onvindbaar te zijn. Dus moeten we Patrick aansporen om nogmaals af te dalen naar de catacomben van de Gentse Univ om eens een kijkje te nemen of er daar nog materiaal opgeborgen staat. Dat het materiaal van Gent kort na de opgravingen in 1950 bestudeerd is, is te merken aan het feit dat ongeveer alles al genummerd is en dat er veel zaken reeds aan elkaar zijn getoetst, doch zeker niet alles en dat bewijst Walter door toch reeds enkele nieuwe refittings tot stand te brengen.

Walter aan het refitten van artefacten uit het depot Gent.

Ondertussen is Hubert bezig met alle gestempelde scherven aan het samenbrengen en deze onmiddellijk in plastiekzakjes te verpakken, zodat de stempels van verdere beschadiging worden vrijwaard. Nu moet ik er wel bij vertellen dat er verschillende van deze stempels zo gaaf zijn bewaard dat men onmiddellijk kan opmaken wat de stempel vermeld. Dit zal allemaal gebeuren in een latere studie en wij zullen zeker niet nalaten om via onze blog jullie op de hoogte te houden. Doch wil ik hier reeds vermelden dat er een paar stempels zijn met een prachtig rozet motief.
Ikzelf had weer druk met het nummerenen het opbergen van de losse stukken, zoals bronsfragmenten, wetsteen, muntafdruk, enz…… Een werkje van geduld maar lonend als men nadien kan vaststellen dat al deze voorwerpen prachtig en veilig en met de nodige vermeldingen geconserveerd liggen.




Romain en Johnny aan de slag in de open werkruimte.

De zalige stilte die op onze zolder heerst, wordt enkel onderbroken door het geklik van het fototoestel van Bert en wordt abrupt verstoord door een vreugdekreet van jawel, Johnny. Hij is er in geslaagd om als eerste een scherf van het depot Gent aan te passen aan een scherf van het depot Aalst. Het gaat hier om een voetscherf van vermoedelijk een schaaltje in rood geverfd aardewerk. Natuurlijk geeft dit moed en niet veel later herhaalt dit heugelijk voorval zich nogmaals met twee scherven Belgische waar met gereduceerde bakking. Jammer dat dit zo laat op de namiddag gebeurt, want we zijn haast zeker dat er nog van die zaken gaan volgen.



Twee scherven Belgische waar, één afkomstig uit
het depot Gent en de tweede uit het depot Aalst.
Het begin van vermoedelijk nog meer.



Maar als er iets is dat niet stilstaat dan is het de tijd en met een bak te verlijmen materiaal dalen we weer neer naar het aardse tranendal. Jawel, want ik kan jullie verzekeren voor wie van archeologie houdt, is onze zolder de hemel op aarde.