zondag 26 juli 2009

Logboek 25/07/2009: 124ste werknamiddag

Locatie: ’t Gasthuys”, Stedelijk Museum Aalst

Tijdstip: 14u tot 17u30

Aanwezigen: Arnout Beugniez, Hugo Thuy, Johnny De Mol, Romain De Moor

Werkzaamheden: Telling borden, refitten, nummeren en ficheren

Suggesties: nihil

Verslag 124ste werknamiddag: zaterdag 25/07/2009

Vrijdag 24/07/2009 waren Hugo en Romain reeds aanwezig in het museum om al wat voorbereidend werk te doen voor zaterdag. Zoals reeds eerder gezegd, gaan we naar een volgende fase van ons onderzoek, en deze zal zaterdag aanvangen. Dus wou ik goed voorbereid zijn om zaterdag aan de slag te gaan en om niet te veel tijd te verliezen met de opmaak van de nodige fiches en lijsten waren we dus reeds vrijdag aan de slag.
We gaan van start met het volledig afwerken van de eerste groep objecten, namelijk de borden. De bedoeling is om in eerste instantie een correcte telling uit te voeren van het aantal scherven en individuen. Er zijn 3 groepen van scherven: randscherven, buikscherven en voetscherven. Indien een scherf de 3 componenten bevat, wordt er voorrang verleend aan de term randscherf. Het verlijmde materiaal zal ook geteld worden per soort scherf. In een tweede stadium zullen we trachten om de verlijmde objecten te herleiden tot een individu. Dit gebeurt door het berekenen van de diameter en die dan aan te vullen met losse scherven. Zo bekomt men een minimum aan individuen.

Voorbeeld van hoe we te werk zullen gaan voor het berekenen van het minimum aan individuen. Rechts ziet u een opgemaakte tellingslijst.

Naderhand zullen we overgaan tot het determineren per soort van bord. Deze determinatie kan dan gelinkt worden aan reeds eerder uitgevoerde determinaties en tellingen. Natuurlijk zijn we ons bewust dat dit ook niet in een adem zal uitgevoerd worden. De bedoeling is wel om naar buiten te komen met een publicatie over het totaal aantal soort borden die teruggevonden is op de site. Ook zal getracht worden om na te gaan welke functie de borden op de site hadden, gaat het om borden die gebruikt zijn voor rituele doeleinden of gaat het om dagelijks gebruik. Natuurlijk wordt alles uitgevoerd met een kritische kijk op het geheel en wordt de voorkeur gegeven aan de kwantiteit en niet aan de kwaliteit. Dit is zeker een must in een project gericht onderzoek.
Ook voor het opbergen van de niet uitgestalde voorwerpen in het museum zullen we ons handhaven aan een bepaalde regel. Alles zal verpakt worden in degelijk onvergaanbaar materiaal, dit met de nodige registratie. De opberging zal gebeuren in boxen, elke box zal een context vertegenwoordigen. De boxen zullen voorzien zijn van een uniforme registratiefiche waarop men alles zal kunnen afleiden zonder veel materiaal te moeten uitpakken. Hieronder een voorbeeld van zo een ingevulde registratiefiche, gemaakt op één scherf die een context voorstelt.

Voorbeeld van de registratiefiches voor de opbergboxen.

Hier wil ik wel bij vermelden dat de fiches reeds licht zijn gewijzigd met nog meer gegevens.

Wat vertelt zo een registratiefiche? Naam van de groep die het onderzoek uitvoert, de verschillende instanties waar het materiaal ligt opgeslagen, naam van de site en de opgravingdatum, inventarisnummer, context en contextgegevens, aard van het materiaal, of het gewassen is, of het getekend is, of het gepubliceerd is. Zoals jullie kunnen vaststellen zijn we dus inderdaad in een andere fase van het onderzoek beland. Dit is wel een heel belangrijke fase omdat we hier dus overgaan tot werkelijke vaststellingen en conclusies die zullen worden getrokken. De speeltijd is echt voorbij, nu komen meer de boeken op tafel, de verschillende interpretaties en natuurlijk de discussies die onderling zullen gevoerd worden. De homogeniteit van onze groep zal nu zijn waarde tonen. Maar daar ben ik heel gerust in, we zijn een groep met elk zijn eigen specialiteiten die op elkaar zijn afgesteld. Iedereen is nu zeker nodig want de rest van de studie moet ook verder gaan. Het belooft een drukke herfst en winterperiode te worden.
En natuurlijk … terwijl de eerste tellingen aan de gang zijn, kan Johnny het niet nalaten om toch nog vlug een refitting uit zijn mouw te schudden.

Romain bezig met het uitrekenen van de diameter van een bord.

Arnout aan het werk bij de samenstelling van een individu.

Natuurlijk - zoals altijd - wordt het ook nu stilaan de tijd om op te kramen en koelere oorden op te zoeken want het blijft verdomd warm op onze zolder.

zaterdag 18 juli 2009

Logboek 18/07/2009: 123ste werknamiddag

Locatie: ’t Gasthuys”, Stedelijk museum Aalst

Tijdstip: 14u tot 21u

Aanwezigen: Hugo Thuy, Arnout Beugniez, Johnny De Mol, Hubert Timmerman, Romain De Moor

Werkzaamheden: groeperen materiaal, refitten, beschrijven en nummeren, werkvergadering

Suggesties: Nihil

Verslag 123ste werknamiddag: zaterdag 18/07/2009

Na de sluitingsdag van11/07/2009 ter ere van de Vlaamse feestdag, vliegen we er weer vollen bak in. En het is nodig want vandaag moet willes nietes alle materiaal mooi gegroepeerd en geklasseerd liggen. En zo geschiedde het. Tegen de klok van vijf werd de laatste hand gelegd aan deze groepering. Dit is ook de inzet tot de finale van het refitten. Vanaf volgende week beginnen we op het toeleggen van het afwerken per groep. Dit wil zeggen dat we overgaan tot de reeds vaak vernoemde tellingen van het materiaal. Wel: het is zover; we staan aan de vooravond van dit onderdeel in ons onderzoek.
De eerste groep die we gaan onderwerpen aan een telling is deze van de borden. Het zullen Romain en Arnout zijn die aan deze opdracht zullen beginnen. Dit betekent ook dat we ons stilaan gaan opmaken van een eerste artikel en beschrijving van dit onderwerp. Doch er zal nog veel opzoekingwerk mee gepaard gaan. Maar dit is nu juist het toffe aan dit werk dat we de resultaten van ons maandenlang refitting-, sorteer- en determineerwerk op papier kunnen vastleggen.
Ook vandaag gaat er een tweede nieuwe fase van wal. Het bestuderen van het materiaal dat is vrijgegeven door het VIOE. Hubert begint met een eerste ruwe digitale inventarisering van het materiaal, zodat we steeds ten allen tijde kunnen terugvallen op dit archief bij eventuele twijfelgevallen. Het is natuurlijk ook voor de eerste maal dat we dit materiaal onder de loep kunnen nemen en dadelijk zijn er reeds opvallende gegevens waarneembaar. Amaai, dat belooft.

Johnny, Hugo en Hubert aan het werk met het materiaal van het VIOE.

Er is reeds een prachtexemplaar bij van een Dragendorff 31, mooi met volledige naamstempel. Tot op heden hadden we van dit type enkel maar een scherf in onze referentieverzameling. Ook nog vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een hondenpoot in een dakpanfragment. Dit is dan het 2de exemplaar dat in de collectie voorkomt. Nu, zeldzaam is dit niet, maar het is toch altijd een leuk item.

Afdruk van een hondenpoot, 2de exemplaar binnen de collectie.

Ondertussen is Johnny in alle stilte bezig aan de refitting en natuurlijk met goed resultaat. Hij slaagt er in om nog een individu samen te stellen van het type Holwerda 31a in grijs aardewerk en met rolstempelversiering. Binnen deze groep valt er nog even een doorgedreven refitting door te voeren, want daar zal zeker nog meer resultaat uit komen.

Holwerda 31a, de zoveelste.
Het is inderdaad rond de klok van vijf dat we nog bezoek binnen krijgen van onze begeleider, Patrick Monsieur, met onder de arm een gans dossier van Hofstade geprangd. Inderdaad wij worden goed opgevolgd door onze wetenschappelijke begeleider, en we zijn dan ook maar al te blij wanneer we mogen horen dat we goed werk leveren. Ook hij stemt volledig in met het feit dat het moment is aangebroken om stilaan bepaalde groepen en soorten af te werken en naar buiten te komen met een eerste wetenschappelijke beschrijving van een bepaalde soortgroep. Als hij hoort van onze plannen om met de groep van de borden te beginnen is hij dadelijk akkoord. Eveneens is hij er zich van bewust dat we met het materiaal van het VIOE nog een tijdje zoet en braaf zullen zijn. Hij is wat blij te zien dat dit materiaal vrij veel amforenrestanten bezit.
We worden opgeschrikt door Luc die binnenkomt op zolder. Oei, het is al 18u en we zijn nog niet rond. Dan zullen we nog een kleine werkvergadering houden op een gezellig terrasje in de stad. Er valt inderdaad nog heel wat te bespreken en zeker als Patrick er bij is. Waar gaan we publiceren, wie werkt mee aan de publicatie, wat gaan we publiceren, enz…
Het is dan ook 21u als we het terras verlaten en stulpwaarts keren met een tas gevuld vol werk.
Dus, beste bloglezers, na het schrijven van dit verslagje mogen jullie ervan op aan dat ik zeker mijn bedje nog niet zie. Ik ga nog even beginnen met een strategie uit te zetten van onze werkwijze en registratie.
Wees gerust, ik zal jullie nog veel weten te vertellen.

zondag 12 juli 2009

Verslag 122ste werknamiddag: zaterdag 04/07/2009

Ondanks het sluiten van het museum op 11/07/2009, en er dus geen werknamiddag is, vergast ik julie toch op een verslag. Namelijk dit van vorige week, onze 122ste werknamiddag.
Na onze memorabele dag van 03/07/2009 was het vandaag gewoon weer werken geblazen. Onder een loodzware en ongezonde warmte betraden wij ons heiligdom. Hier moeten zeker enkele vensters open want anders vallen er lijken.
Johnny wou natuurlijk onmiddellijk het afgehaalde materiaal eens bekijken. Hij was onder de indruk van wat dat allemaal bevatte. Dit kan gewoonweg niet enkel maar een kleine villa met aanpalend tempeltje geweest zijn. Deze site moet zeker in een veel ruimere context gezien worden en daar zullen wij zeker werk van maken.
Ook Arnout nam even dit materiaal onder de loupe. Nu gauw weer de dozen gesloten want de eerste opdracht is - zoals vermeld in het voorgaande verslag - eerst een fotografisch archief per doos voor het openleggen kan beginnen.

Johnny vol aandacht bij het openen van de dozen.

Terug naar de orde van de dag. Johnny en Hugo hebben een nieuwe refittingstafel naar boven gesleurd. Een geschenk van Hugo, waarvoor onze dank. Het gaat hier om een oude keukentafel, stevig, groot en net. Deze wordt onmiddellijk ingepalmd door Johnny. Na overleg besluiten we over te gaan tot een kleine verandering (de zoveelste). Nu alle materiaal zo goed als gesorteerd is en op typologie ligt, verplaatsen wij de tafels met het verlijmde materiaal uit het atelier van Hubert naar de scherven van dezelfde voorwerpen, zodoende kan een verder doorgedreven refitting gemakkelijker verlopen.
Een tweede punt is dat het meeste materiaal allemaal reeds geficheerd is met vermelding van de juiste context zodat niets ons meer tegenhoud van alles samen te brengen. Levert dit resultaat op? Zeker, want terwijl wij bezig zijn met de verhuis slaagt onze vriend Johnny er in om de eerste refitting door te voeren. In de loop van de namiddag zou hij in totaal een zeven tal refittings uit zijn mouw schudden.

Johnny aan de nieuwe refittingstafel, met in de rug het gesorteerde materiaal van het dagelijks waar, grijs tot zwart aardewerk.

Arnout werkt in alle stilte verder aan de studie van het vreemde materiaal en tracht uit te zoeken wat Prof. De Laet eventueel heeft geschreven over dit materiaal. Daarvoor raadpleegt hij het opgravingsverslag en alle publicaties die er verschenen zijn rond se site Steenberg Hofstade. Zo vermeldt hij over stuk HO 51/15: scherfje met roze kern, glanzend zwart vernis, te klein om diameter te bepalen, afval wellicht afkomstig van een verbrand gebouwtje, dateert uit het begin van de 3de eeuw.
Wat wij nu al verder onderzocht hebben is dat het hier gaat om Triers aardewerk, Rijnland luxewaar (Moselkeramiek). Zo is het de bedoeling om vergelijkingen en bijwerkingen te maken. Een hele onderneming, maar dit zal zeker lukken. Momenteel werkt nog maar één persoon aan dit onderzoek, maar naar de toekomst toe zal het ganse onderzoek zich meer toespitsen op dit soort werk zodat er meerdere mensen zullen bij betrokken worden. Dit zijn ook de signalen die men kan waarnemen en waaraan men merkt dat ons onderzoek en studie vordert.

Arnout worstelt zich doorheen de literatuur en verwerkt alles nauwkeurig op de registratiefiches.

Zoals ik hierboven al heb vermeld valt het moeilijk om in deze tropische temperaturen tot de laatste minuut verder te werken en om 17u besluiten wij er jammer genoeg het bijltje bij neer te leggen. Bij het nederdalen valt het op dat de koele museumgangen ons enig soelaas brengen en dat het ons moeilijk valt om in die bakoven van een wagen te kruipen.
Thuisgekomen geldt er maar een woord: EEN DOUCHE, LAUW EN LEKKER LANG.

Logboek 04/07/2009: 122ste werknamiddag

Locatie:’t Gasthuys”, Stedelijk museum Aalst

Tijdstip: 14u tot 17u

Aanwezigen: Johnny De Mol, Hugo Thuy, Arnout Beugniez, Romain De Moor

Werkzaamheden: Inrichten refittingsruimte, ficheren en nummeren, bestuderen geschriften, refitten

Sugesties: Nihil

zondag 5 juli 2009

Vrijdag 03/07/2009: Het VIOE, een zending apart

Het depot van het VIOE, een archeologische tempel.

Waar wij als zoldermotten reeds geruime tijd van op de hoogte waren, maar dit stil hielden om onze medewerkers te verassen, hebben we op vrijdag 03/07/2009 gerealiseerd. We hebben vandaag het materiaal van de site Steenberg dat is opgegraven in 1996 door Mr. Marnix Pieters, medewerker van het VIOE, Vlaams Instituut Voor Onroerend Erfgoed, waar hij fungeert als afdelingshoofd in de afdeling onderzoeksontsluiting en erfgoedbeleving, op uitleenbasis mogen overbrengen naar onze onderzoeksruimte op de zolder van het stadsmuseum ”‘t Gasthuys”. Deze overdracht loopt voor een periode van 2 jaar en kan eventueel verlengd worden. Het is de bedoeling om dit materiaal te integreren in de lopende studie van de site Steenberg. Dit met als einddoel een totaal beeld te krijgen van de site.

Romain bij de ondertekening van het afgiftebewijs en uitleencontract in het bijzijn depotbeheerster Liesbeth Van Camp.

Wat behelst dit materiaal? Dit materiaal is afkomstig van een perceel grenzend aan de gekende site. Het is opgegraven via een noodopgraving in 1996, naar aanleiding van een nieuwbouw. Ik ga hier nog niet verder uitweiden over wat, hoeveel en welk materiaal het gaat. Ik wil wel al kwijt dat het gaat om materiaal dat de site zeker een meerwaarde geeft als wat nu reeds gekend is.


Het materiaal stond klaar verpakt in 3 boxen en klaar om over te brengen.

Doch voor we beginnen met het materiaal open te leggen zal onze vriend Hubert eerst alles volledig op foto vastleggen zodat we een eerste inventarisatiebeeld hebben van de inhoud per box. Dit hebben we ook gedaan met het materiaal Gent, zo hebben we steeds een beginbasis.
Zeker wil ik hier niet nalaten om de mensen van het VIOE te danken voor hun bereidwillige medewerking door het uilenen van het materiaal en voor de gastvrije ontvangst die we mochten genieten bij de overdracht. Hierbij werden we vergast op een kleine rondleiding in het depot.

Depotbeheerster Liesbeth Van Camp bij één van de 3 geopende boxen.

Samen met Hugo en Hubert hebben we het materiaal onmiddellijk overgebracht naar het museum, en ik was wat blij toen alles achter de rug was en veilig opgeborgen staat in het museum.
Dit is weeral het einde van een boeiende dag, maar tevens het begin van een nieuwe episode in onze studie.