zondag 29 maart 2009

Logboek 28/03/2009: 111de werknamiddag

Locatie: “’t Gasthuys”, Stedelijk Museum Aalst.
Tijdstip: 14u tot 17u30.
Aanwezigen: Hugo Thuy, Arnaut Beugniez, Hubert Timmerman, Romain De Moor.
Werkzaamheden: Afwerken opvullen museumkasten; bestuderen van de opgravingplannen.
Suggesties: Plaatsen van een tekentafel.

Verslag 111de werknamiddag: zaterdag 28/03/2009

Voorzien: verder werken aan de opvulling van de museumkasten. ‘t Is te zeggen : aan de afwerking. En als het kan, een eerste blik werpen op de plannen van de site en de verdere kartering bespreken. En dat allemaal terwijl dat de Johnny ligt te (water)zonnebaden aan de zee met een blonde Trippel naast hem. Dus zogezegd aan de slag bij het nummeren van de voorwerpen in de museumkast en natuurlijk een dubbele controle van de lijst, kwestie van geen stommiteiten op papier te zetten. Hieronder volgt een lijst van de types Holwerda die tentoon zijn gesteld:

01. Holwerda 31a - type 1

02. Holwerda 31a - type 3

03. Holwerda 31a - type 7

04. Holwerda 31a - type 8

05. Holwerda 31a - type 9

06. Holwerda 31a - type 10

07. Holwerda 31a - type 11

08. Holwerda 31a - type 12
09. Holwerda 31a - type 14

10. Holwerda 31a - type

11. Holwerda 31a - type 16

12. Holwerda 31a - type 18

13. Holwerda 31a - type 22

14. Holwerda 31a - type 23

15. Holwerda 31a - type 24

16. Holwerda 31a - type 5

17. Holwerda 31b - type 489

18. SPITSBUIKIG - type 1

19. Holwerda 31a - type 276

20. Holwerda 31a - type

21. Holwerda 31a - type 236


Zoals jullie kunnen vaststellen staat er bij nr. 10 en 20 geen type vermeld. Dit enkel om de eenvoudige reden dat dit onmogelijk is vast te stellen daar de rand en een deel van de wand ontbreekt, dus archeologisch niet mogelijk om deze te typeren. De andere bekers zijn volledig gedetermineerd volgens de typologie van prof. De Laet die deze typologie ten tijde van de opgravingen zelf heeft opgesteld.
In de kast is er ook een lijst met tekeningen aangebracht zodat de bezoeker gemakkelijk wegwijs kan worden in de materie van deze drinkbekers. Met deze nieuwe opstelling in de kasten trachten we ook de bezoeker te laten weten dat er momenteel een studie loopt over deze site. Ook met de inbreng van enkele refittings trachten we dit duidelijk te maken. Daar onze studie nog lang niet ten einde is, is het niet uitgesloten dat de kasten nog enkele keren zullen veranderen van opstelling. De bezoekers die op zaterdag namiddag langskomen in het museum mogen natuurlijk steeds een bezoek brengen aan onze zolder en zijn inwoners.
Terug boven is het hoogtijd om koffie te drinken en ons de koffiekoeken (een traktaat van Linda, de echtgenote van Hubert) te laten welgevallen. Linda, dank u voor dit kleine festijn. En dan terug aan de slag.
De koffer met de plannen van de site wordt geopend en deze worden voor de eerste maal ontrold. Onmiddellijk kunnen we bepaalde elementen direct herkennen en het enthousiasme laait nog meer op als we vaststellen dat de intekening van de voorwerpen en scherven nog vlotter zal kunnen verlopen als we zelf denken.

De leden van de werkgroep werpen een eerste blik op de plannen.

Doch voor we hier aan beginnen, zullen er eerst enkele praktische ingrepen moeten plaatsvinden op zolder. Zo worden de plannen gesmeed om een grote tekentafel op te stellen zonder veel plaatsverlies. We hebben een systeem uitgedokterd om een tafel te monteren die we na gebruik kunnen dichtscharnieren zonder de plannen te moeten verwijderen. Dus volgende week wordt er geknutseld en getimmerd opdat onze zolder er weer een wetenschappelijk tintje zou bijkrijgen. Natuurlijk wordt eerst de toelating gevraagd aan Luc. Die ziet er geen graten in om dit plan uit te voeren. Verder wordt er ook nog afgesproken dat we alles op kalkpapier zullen overtekenen zodat we de originele plannen (kopiën) niet hoeven te gebruiken voor de uiteindelijke intekening. Ook moet nog worden bekeken welke indicaties we zullen gebruiken voor de verschillende soorten aardewerk en voorwerpen aan te duiden. Zoals ik reeds eerder heb vermeld wordt dit een volgende fase in onze studie en inventarisatie. We verleggen meer de aandacht naar het boeken en tekenwerk. Dit natuurlijk met het zicht op een eerste publicatie want daarvoor wordt het hoogtijd. Wat ik hiermee wil bedoelen is dat het nodig is dat we met onze eerste resultaten naar buiten komen, maar natuurlijk moeten we zeker zijn dat onze gegevens en onderzoeken volledig zijn.

Hubert en Hugo druk aanwijzend van de sleuven op de plannen.

Arnaut en ik zijn er nog in geslaagd om een laatste Holwerda 31a te determineren volgens de typologie van Holwerda. Dit was even een zoektocht waar we in geslaagd zijn. Het gaat om een exemplaar dat niet is beschreven door Prof. De Laet. Het is een drinkbeker met op het lichaam een indeling van 3 banden die tussen in niet zijn versierd. Dit is een eigenaardigheid ten opzichte van de anderen bekers die wel voorzien zijn van nagel- of rolstempelversiering. Verder heeft dit exemplaar een vrij recht opstaande rand en een rechte stevige voet. Het gaat om het type Holwerda 276.


Detail van een van de plans met duidelijke aanduiding van de verschillende sleuven.


Ondertussen is het weeral tijd om stulpwaarts te keren. Boordevol ideeën en plannen laten we onze tweede thuis achter. Buiten doet de maand maart zijn naam volle eer aan, en in een atmosfeer van alle soorten weersomstandigheden, zeggen we: "Tot volgende week".

zondag 22 maart 2009

Logboek 21/03/2009: 110de werknamiddag

Locatie: “’t Gasthuys”, Stedelijk museum Aalst
Tijdstip: 14u – 17u30
Aanwezigen: Johnny De Mol, Hugo Thuy, Arnaut Beugniez , Hubert Timmerman, Romain De Moor
Werkzaamheden: Opvullen museumkasten, refitten, ficheren, nummeren en inventariseren
Suggesties: Volgende week koffie of staking (vergeten telt niet mee)

Verslag 110de werknamiddag: zaterdag 21/03/2009

Afmaken wat verleden week niet is afgeraakt: het opvullen van de twee museumkasten. Dit wil zeggen voor vandaag de opvulling afwerken.Wat betreft de teksten en bijgaande foto’s zullen we de komende weken voor de afwerking zorgen. Dus Hubert en ik aan de slag in het museum (althans voor een groot gedeelte van de namiddag). We trachten de opvulling in een nieuw tintje te steken en er de eerste waarnemingen van ons refittingswerk te tonen zodat de bezoekers kunnen zien dat het refittingswerk zijn vruchten afwerpt. Zo kunnen we bij de Holwerda’s 31a enkele refittings zien. We willen meer dan vroeger het reeds geleverde werk laten zien. Een wetenschappelijker tintje willen we geven met de nodige typologieën bij te voegen aan de hand van tekstbordjes.



Bovenaan de kast de Holwerda’s 31a met in het midden enkele refittings.


De tekstbordjes moeten wel nog worden opgesteld en nagezien worden, dus daarvoor wordt het nog even afwachten.
Ondertussen laten onze andere vrienden zich boven op zolder ook van hun goede kant zien.
Vandaag wil ik er wel eerst even speciaal vernoemen, want na een kleine controle
van de persoon in kwestie zelf en op vraag van mij stellen we vast dat Hugo
het aantal van 1000 scherven heeft overtroffen die hij allemaal heeft genummerd en geficheerd. Nu heb ik reeds meerdere malen de zin van dit werk aangehaald maar ik wil er toch nog even bij stilstaan dat het dank zij hem is dat we vandaag de dag steeds kunnen opzoeken waar welke scherf vandaan komt, wat natuurlijk een heel positieve zaak is voor de refitters als ze even niet meer weten uit welke bepaalde context een wel bepaalde scherf komt.
Dus proficiat,

Hugo. E
n hopelijk blijf je deze taak verder uitvoeren met de zelfde geestdrift zoals
altijd.

Een vertrouwd beeld op zolder: Hugo in de weer bij zijn fichebak.


Arnaut onze nieuwe medewerker ontpopt zich ook tot een voorbeeld van iemand met stoïcijns geduld. Reeds drie weken is hij in de weer om elke scherf te beschrijven op de speciale inventarisatiefiche. Dit is de fiche die steeds de scherf of het individu vergezeld en waar steeds de beschrijving van de scherf of object nadrukkelijker wordt toegelicht. Deze fiche fungeert zoals een paspoort. Aan de hand daarvan kan men exact een beeldvorming geven van het betreffende onderwerp. In een volgend stadium moeten deze fiches gedigitaliseerd worden in een database. Dus we moeten nog niet wanhopen dat we geen werk meer gaan hebben.


Arnaut bij het inventariseren op fiche van het schervenarsenaal.


Samen met Arnaut zou ik in de loop van de komende weken ook beginnen aan de kartering van het schervenarsenaal. Hierover hebben we deze namiddag al een beetje gebrainstormd. Dit is een grote stapvoorwaarts in ons inventarisatiewerk. Langs deze weg zouden we voor de eerste maal een zicht krijgen van de juiste verspreiding van het materiaal op de site, doch vooreerst zullen we een serieuze planning moeten opmaken van hoe te werk te gaan, dus zoals we geleerd hebben een correcte mapping.
Ook Johnny die zoals altijd in alle stilte aanwezig is,wordt gevraagd om even na te denken over hoe we tewerk zullen gaan bij de kartering van het materiaal. Zoals steeds staat Johnny gebogen over de refittingsbakken en ook vandaag tovert hij enkele fraaie exemplaren uit zijn mouw. De refittings die hij al tot stand heeft gebracht zijn ook niet meer bij te houden en het is maar terecht om hem hiervoor ook eens proficiat te wensen. Met een geoefend oog speurt hij wekelijks alle bakken af en geruisloos loopt hij heen en weer maar de resultaten van dit stille werk zijn gewoon prachtig en fenomenaal. Trouw neemt hij elke week zijn samengestelde scherven mee naar huis om ze daar op de juiste manier te verlijmen.




Een refitting van de hand van Johnny: drie wandscherven van vermoedelijk een beker.


Nemen we hier de inventarisatielijsten bij van het verlijmde materiaal dat Hubert heeft samengesteld en waarvoor hij weken druk in de weer is geweest met fotograferen en sorteren zoals niemand anders het zou doen dan kan ik alleen maar vaststellen dat we na die 110 werknamiddagen een geëikt team zijn geworden, samen met alle andere teamleden natuurlijk.
Dit zijn enkele overwegingen die ik zit te maken terwijl ik druk doende bezig ben met de ijzeren voorwerpen zoals nagels, pinnen, ringen, haken en dergelijke meer te verpakken. Hier bij kom ik tot de vaststelling dat het 1min voor 12 is en dat deze dringend moeten behandeld worden want anders valt er echt niet veel meer te inventariseren. Hierover ga ik de volgende dagen even overleggen met Patrick.
En dan komt de nacht plots met zilveren schreden. En is het tijd om huiswaarts te keren, naar vrouw, kind en hond die weer door het dolle zal rondspringen als ik thuiskom.

zondag 15 maart 2009

Logboek 14/03/2009: 109de werknamiddag

Locatie: “’t Gasthuys”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u – 17u30
Aanwezigen: Hubert Timmerman, Hugo Thuy, Johnny De Mol, Ann Van Geert, Arnout Beugniez, Romain De Moor
Werkzaamheden: Opvullen vitrinekasten, nummeren en ficheren, refitten, overleg met Ann
Suggesties: Nihil

zaterdag 14 maart 2009

Verslag 109de werknamiddag: zaterdag 14/03/2009

Ha, daar is ie weer, onze goeie ouwe zolder. Na 14 dagen een blij weerzien met een goede vriend. Vandaag niet getreuzeld, de museumkasten moeten gevuld worden en daarbovenop krijgen we nog bezoek van Ann, een lieve toffe dame die bereid is om mee te werken aan een belangrijk onderdeel van ons project. Deze dame is lerares in de Aalsterse academie, en geeft les in pottenbakken en ceramiek. Zij is bereid aan de hand van scherven en documentatie een aantal replica’s te maken van het dagelijks waar wij geen volledige individuen van bezitten. Zij wil dit natuurlijk zo getrouw mogelijk doen en wetenschappelijk verantwoord natuurlijk. De ontmoeting met Ann verloopt zeer vlot en algauw lijkt zij geboeid door de variatie aan materiaal die we bezitten. Met kennis van zaken neemt zij een beeld in haar op en spreken we af dat ik haar in de loop van de week enkele vormen doorstuur met de nodige documentatie zodat zij weet waar we naar toe willen. Dit is natuurlijk een fase in ons project dat heel belangrijk en tegelijkertijd leerzaam is. We hopen op gunstige resultaten en een fijne samenwerking met Ann.


Ann, Romain en Johnny bij de referentieverzameling van het aardewerk in druk overleg over de te volgen strategie.

Terug tot de orde van de dag, Hubert en ik werpen ons in de strijd voor het opvullen van de museumkasten. We besluiten om deze niet meer op te stellen zoals voorheen maar trachten het over een gans andere boeg te gooien en de opstelling een ander tintje te geven. Het ligt in onze bedoeling om reeds een eerste beeld te geven over de resultaten die we reeds behaald hebben met de refitting, determinatie en kwalificatie van conservering. Het gaat hem ook niet zozeer over de hoeveelheid die we in de kasten leggen maar meer over de variatie van materialen die we willen laten primeren.


Hubert bij de opstelling in de vitrinekast, behoedzaam en voorzichtig zoals het een echte conserveerder kenmerkt.

Zo zal men kunnen vaststellen dat niet alle Holwerda’s 31a zijn tentoongesteld maar wel verschillende types van dit soort aardewerk. We willen ook alle voorwerpen die we tentoonstellen benoemen met de juiste wetenschappelijke benamingen en termen zodat het voor de bezoeker gemakkelijk uit te maken is wat voor voorwerpen hij te zien krijgt. Terwijl laat Johnny zich natuurlijk niet onbetuigd bij het refittingswerk. Tussen het op en neer hollen van mij en Hubert slaagt hij er in om een prachtige hals van een kruikje samen te stellen.. Dankzij Ann zullen we binnenkort meer kunnen vertellen over de soort klei die er gebruikt is waaruit het aardewerk is vervaardigd. We weten natuurlijk reeds dat er veel gebruik is gemaakt van Boomse en Ruppelklei. Doch er zit nog veel meer variatie in de gebruikte soorten. Al deze gegevens die we hierover kunnen verzamelen worden natuurlijk ingebracht in ons fiche systeem dat in kort zal verwerkt worden in een database. Deze database is eigenlijk een van onze einddoelen want daarin zal ook de kartering moeten verwerkt worden van de verspreiding van het materiaal op de site. Dit natuurlijk in de mate van het mogelijke dat nog te achterhalen is.
Ik ben zeker dat dit nog verrassende resultaten zal opleveren. Men moet namelijk weten dat als we de verspreiding van het materiaal kunnen reconstrueren, het ook mogelijk moet zijn om een groot gedeelte van de levensgewoonte op de site te kunnen achterhalen. Dit zal zeker nog stof tot discussie opleveren. En om deze discussies te kunnen voeren is het nodig dat we zo goed mogelijk gedocumenteerd zijn met zoveel mogelijk informatie betreffende het bestudeerde materiaal. Het is ook daarom dat een eerste publicatie op zich laat wachten. We willen zo goed mogelijk en zo compleet mogelijk gedocumenteerd zijn voor we ons aan bepaalde vaststellingen en hypotheses wagen.
En ja, weer slaat de klok onverbiddelijk toe. Met halfgevulde kasten maar met een goed gevoel trekken we stulpwaarts. Een goed gevoel omdat we er zeker van zijn dat we vandaag een toffe, fijne en vooral enthousiaste medewerkster hebben bij gekregen.

maandag 9 maart 2009

Zondag 8 maart 2009 :archeologische uitstap

Bezoek aan de site van het Markizaat te Lede


Gisteren, zaterdag 07/03/2009, hebben we onze werknamiddag moeten opschorten. Toch waren we een dag later, zondag 08/03/2009 met 9 mensen van de archeologische werkgroep op de afspraak om de site van het Markizaat van Lede te bezoeken. De regen gaf in de voormiddag geen mooie vooruitzichten, maar rond de klok van 15u was het aangenaam vertoeven in het schrale lentezonnetje. In ieder geval prachtweer om een bezoek te brengen aan de archeologische site.


Het eens imposante bouwwerk van het Markizaat te Lede.

Dit archeologisch werk is een vooronderzoek dat gebeurt naar aanleiding van de voorziene gedeeltelijke sloping die op punt staat te gebeuren. Op die manier wordt er gehoopt om een beter inzicht te krijgen in de site van het Markizaat. Het is een team archeologen van SOLVA dat in opdracht van de gemeente Lede dit onderzoek ter harte neemt en op deskundige wijze een grote oppervlakte systematisch onderzoekt.


De leden van de archeologische werkgroep verenigd bij de aanvang van de rondleiding.

Door het trekken van gelijklopende sleuven (tussenafstand 15m) krijgen de archeologen een inzicht in het bodemarchief. Aan de hand van oude kaarten (Popp en Ferraris) vernemen we heel wat over de inplanting van het Markizaat in de gemeentekern van Lede.
In het zuidelijke gedeelte van het onderzochte terrein blijken er nog fundamenten in de vorm van trappen en kelder aanwezig te zijn van de gebouwen ons aangetoond op de vernoemde kaarten (17de – 19de eeuw). Een blik op de gegraven sleuf geeft ons meer duidelijkheid hieromtrent.



Zicht op de sleuf met fundamentresten.

Niet alleen fundamenten werden gevonden, maar ook indicaties van kuilen en een gracht werden aangetroffen in de sleuven. Het gaat hier niet alleen om sporen uit de middeleeuwen, maar ook uit de Romeinse periode. Door de gids werd de aandacht getrokken op het feit dat door eerdere Romeinse vondsten in de regio het niet vreemd is dat ook hier restanten uit deze periode worden aangetroffen. Even werd verwezen naar de tempelsite van Hofstade.


Onze gids met afbeeldingen van oude kaarten ter hand.

Een verdere studie van het terrein en het gevonden materiaal zal in de toekomst uitwijzen of er een uitgebreider archeologisch onderzoek komt.
Hierbij werd deze aangename kennismaking met het Markizaat van Lede afgesloten. Meteen laatste blik op de eens roemrijke gebouwen keren we voldaan huiswaarts.


Aanwezigen waren: Johnny De Mol, Lutgarde Mertens, Hubert Timmerman, Hugo Thuy, Mimi De Loose, Jozef Avoux, Arnout Beugniez, Annie …, Romain De Moor.

vrijdag 6 maart 2009

Zaterdag 07/03/2009: GEEN werknamiddag

Op zaterdag 07/03/2009 is er geen werknamiddag voorzien op de museumzolder. Dit door gelijklopende familiale omstandigheden van enkele kernleden van de archeologische werkgroep. Wij hopen iedereen weer te mogen begroeten op zaterdag 14/03/2009.

zondag 1 maart 2009

Logboek 28/02/2009: 108ste werknamiddag:

Locatie: “’t Gasthuys”, Stedelijk museum Aalst

Tijdstip: 14u – 17u30

Aanwezigen: Johnny De Mol, Hugo Thuy, Walter Callebaut, Arnout Beugniez, Frederik De Loose, Romain De Moor

Werkzaamheden: Ficheren, refitten, inventariseren, nummeren

Suggesties: Nihil

Verslag 108ste werknamiddag: zaterdag 28/02/2009

Het lof der zotheid heeft zijn loop gehad. Eindelijk keert de stad terug in zijn onaangename, een beetje beklemmende drukte van weleer. Terwijl de carnavalmicroben her en der liggen uit te zieken in bed trekken zes moedigen niet bezeten van de carnavalmicrobe maar van de archeologiemicrobe naar de museumzolder om het inventarisatie werk verder te zetten.
Daar Johnny weer van de partij is ligt het voor de hand dat de refittings weer de pan uit zwingen. Op het einde van de namiddag tellen we niet minder dan 7 refittings die van zijn hand komen. Onder deze opmerkelijk 2 refittings van drinkbekers type Holwerda 31a waarmee we weer met zekerheid twee verschillende individuen kunnen toevoegen aan het reeds bestaande aantal.


Refitting van een voet van een drinkbeker Holwerda 31a.


Terwijl Johnny, Walter en Arnout aan de refitting werken, zet ik Frederik aan het werk bij het inventariseren van de restanten van de ijzeren voorwerpen. Dit is een gedeelte van de inventarisatie die bij hoogdringendheid eens moet bekeken worden.
Ook moet dringend een antwoord komen op de vraag of we deze zelf mogen behandelen tegen verdere oxydatie om zo te voorkomen dat deze verder verpulveren in het niets.
Zelf zet ik me aan het werk om een reeds eerder begonnen groep scherven van een rode amfo(o)r(en) verder te ficheren en in context te zetten. Na een nauwkeurig onderzoek blijkt dat we hier alle scherven van dit object hebben kunnen verzamelen. Hierna volgt een gedetailleerd beeld van de verspreiding:

13 stuks HO 47 / 19

03 stuks HO 47 / 03

01 stuk HO 51 / 12

01 stuk HO 47 /10 bis

01 stuk HO 47 / 17

01 stuk HO 47 / 27

Hieruit kunnen we afleiden dat de meeste stukken gevonden zijn in 1947 sleuven 19, 3, 10bis, 17, 27. Dit is allemaal in de nabijheid van de villasite. We bezitten een stuk dat in 1951 is opgegraven in sleuf 12, aan de zuidkant van de tempelsite. Al deze stukken zijn momenteel klaar om te worden ingetekend op kaart, wat weer een stap verder is in ons algeheel inventarisatieproces.


Gedeelte van de scherven afkomstig van rode amfoor.

Het zal wel moeilijk zijn of helemaal niet mogelijk om te bepalen over hoeveel amforen het hier gaat. Dit om verschillende redenen. De refitting van deze scherven heeft niets opgeleverd en bij gebrek aan voet of randscherven zal het bepalen van het aantal individuen een hele klus zijn. Desondanks past deze groep mooi in het plaatje om een beter totaalbeeld te krijgen van het dagelijkse leven op de site.
Na de koffiepauze – ons steeds wederkerend en onontbeerlijk ritueel – begin ik al het glaswerk bijeen te brengen en aan een nader onderzoek te onderwerpen. Het hierbij horende opsporingswerk in ons fotoarchief lost nog een ander raadsel op. Ik stuit op een foto van een scherf die reeds een heel tijdje apart ligt bij de referentieverzameling. En wat bemerk ik? Op de foto staat er een kleine beschrijving vermeld van Prof. De Laet zelf die deze scherf dateert als een beker van het type Drag. 33 maar dan zwaar verbrand en dus vermoedelijk afkomstig van het eerste tempelgebouw dat is afgebrand en waarvan de resten zijn ondergebracht in een offerkuil binnen de temenos van het tweede tempelgebouw. Als dat geen toffe ontdekking is. Zo kan men nogmaals vaststellen dat dit inventarisatiewerk wel echt nuttig en nodig is. Men komt zaken te weten, men lost raadsels op, men vindt aardewerk dat binnen de gekende verzameling nog niet gekend is, voorwerpen die nog niet gekend waren binnen deze site. En dit alles ligt reeds jaren in dozen op verwerking te wachten.


Enkele glasscherven die ter studie liggen te wachten.

Arnout heeft het refittingswerk even gelaten voor wat het is en is begonnen met de afwerking van de fichering van de kookpotten. Dit is een tweede groep die we dan in context kunnen brengen en zo ook kunnen intekenen op kaart zodat we een visueel verspreidingsbeeld kunnen krijgen op deze niet onbelangrijke groep van aardewerk. Dit alles zal natuurlijk eerst nog wat voorbereidingswerk vragen.


Walter, Arnaut en Johnny aan de refittinstafels.

Gestaag kruipt de klok weer naar de eindmeet, en weerom moeten we alles achterlaten om terug in de realiteit terecht te komen. In de stad weerklinkt een laatste kermislied en aan de Sint-Annabrug draait het smoutebollenkot op volle toeren. Hulp, vlug naar huis naar de stilte van mijn werktafel en mijn blog.