maandag 7 oktober 2013

Lezing 25/10/2013


Hierbij wordt iedereen uitgenodigd op de volgende activiteit van de archeologische werkgroep van de HK Denderland.

Import van goederen is sinds mensenheugenis een ingeburgerd gegeven. Sinds de prehistorische periodes kenden men al de ruilhandel van verschillende materialen en producten, waardoor de verspreiding van deze goederen steeds een grotere reikwijdte kenden. In de Romeinse periode werd de transport van allerhande goederen en producten een echte economische bedrijvigheid, die zowel over land als via diverse waterwegen en zelfs overzeese konvooien verliep. Een van de voornaamste voorwerpen die daarvoor werden gebruikt waren amforen. Door hun grootte en robuuste vorm kenden zij een goede conservering in de archeologische bodems. Bij opgravingen op Romeinse sites komen er steeds scherven of zelfs volledige exemplaren te voorschijn. Amforen zijn gekend in alle soorten vormen en afmetingen. Waarvoor zij gediend hadden en hoe ze overal op de sites terecht kwamen bleef een raadsel. Intens interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek naar afkomst van deze amforen leidde er toe dat men reisroutes kon reconstrueren en in kaart brengen. Amforen opgevist uit de Noordzee speelden hierbij een belangrijke rol. Restanten van achtergebleven producten in de amforen maakten het mogelijk om via residuanalyses te achterhalen welke producten er werden getransporteerd.

Over het hoe en waarom van deze transportproblematiek in onze regio's zal Dr. Patrick Monsieur ons op een wetenschappelijke manier trachten wegwijs te maken. Dr. Patrick Monsieur behaalde het licentiaatsdiploma Archeologie en Kunstgeschiedenis, richting Grieks- Romeinse en Nationale archeologie aan de Universiteit Gent in 1986 met een thesis onderwerp over Grieks religieuze architectuur op het eiland Talos. In 2000 kwam hij als assistent bij de vakgroep waar hij vijf jaar later doctoreerde over Mediterane amforen in de civitates Nerviorum en Menapiorum. Identificatie, epigrafie, chronologie, kwantificering en interpretatie van de vondsten in Velzeke en Kruishoutem. Sinds 2006 is hij doctor assistent aan de vakgroep archeologie.