zondag 24 februari 2008

Logboek 23/02/2008 : 64ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Bert Deruyck, Johnny De Mol, Anne De Geyter, Frederik De Loose, Hermine De Block, Walter Callebaut
Werkzaamheden: Opbouw tentoonstelling, fotografie
Suggesties: Nihil

Verslag 64ste werkdag: zaterdag 23/02/2008

Trouw aan mijn archeoblog wil ik de trouwe lezers ook deze week het relaas van de dag niet onthouden. Alhoewel mijn ogen bijna dicht vallen achter mijn scherm en klavier, wil ik me er toch met de moed der wanhoop doorslaan.
Neen, vandaag ook geen normale werkdag, de tentoonstelling komt op de eerste plaats. Zijn het nu ontwenningsverschijnselen of wat, maar ik begin stilaan heimwee te krijgen naar de rust en stilte van onze zolder. Teruggetrokken tussen de scherven en voorwerpen, al schrijvend en mijmerend over ons einddoel.
Maar kom, alle moed samengeraapt, we gaan er tegen aan. We hebben nu eenmaal aan de gemeenschap beloofd om regelmatig met ons project naar buiten te komen en daar houden we ons aan.
Vandaag ontbreken er twee trouwe kompanen: Hubert en Willy. Beiden geveld met een serieuze aandoening. Wij wensen hen langs deze weg veel beterschap toe en hopen hen volgende week weer in ons midden te hebben.
Gelukkig staat er vandaag weer een sterke ploeg paraat en werpen we ons allen op de verhuis van het materiaal van de zolder naar de kapel waar de tentoonstelling plaats vindt. Hermine, Frederik en Anne sleuren de eerste bakken met materiaal naar beneden. Waar we ons met zijn allen op de opvulling van de kasten gooien.

Romain bij het opvullen van een kast,
een tipje van de sluier.

Natuurlijk ga ik hier zeker niet verder vertellen en zeg net zoals verleden week: "Aan allen die komen, WELKOM". Vanaf 1 maart staan wij voor jullie paraat met woord, tekst en uitleg. Ik kan jullie enkel zeggen dat onze werkgroep er het beste wil van maken en een steentje wil bijdragen aan de uitstraling van de archeologie in Vlaanderen. We hopen dat ons project aanslaat in de archeologische wereld en dat de archeologie meer en meer zijn intrede doet in de heemkundige kringen. Zij vertelt ons de oudste geschiedenis van ons dorp, gemeente en stad. Het is aan ons amateurs om hand in hand te gaan met de professionele wetenschap en ons langs dergelijke projecten nuttig te maken voor onze plaatselijke geschiedenis.

Hermine en Frederik ontpoppen
zich als ware decorateurs.

Het is daarom dat we niet enkel archeologische relicten gaan tentoonstellen, maar ook foto’s en enkele documenten om zo het geheel archeologisch en heemkundig aantrekkelijk te maken.
We willen zowel de professionele als de amateurswereld bereiken.
Ondertussen is ook Johnny naar de kapel afgedaald om een handje toe te steken bij de opbouw. Ik vermoed dat het de eerste zaterdag is dat we geen van ons allen werken aan onze inventarisatie en beschrijving.

Ook deze foto zegt nog niet veel, hé.

De klok heeft weeral zijn einddoel bereikt, en eerlijk gezegd we zullen vrijdag de dag voor de tentoonstelling nog een serieus dagje moeten doorwerken maar wees gerust…… HET KOMT DIK IN ORDE.

zondag 17 februari 2008

Logboek 16/02/2008 : 63ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Johnny De Mol, Hubert Timmerman, Bert Deruyck, Romain De Moor
Werkzaamheden: opbouw tentoonstelling, fotografie
Suggesties: Nihil

3 zoldermotten dalen af naar de kapel om de tentoonstelling voor te bereiden


Verslag 63ste werkdag: zaterdag 16/02/2008

16/01/2008, hoog tijd dat we uit de startblokken schieten en beginnen aan de opbouw van onze tentoonstelling, juist vandaag als er eentje jarig is (“Johny, proficiat)” en dank voor de koffiekoeken. Maar veel tijd om te feesten is er vandaag niet bij, want er moet gesleurd en gezeuld worden met kasten en dergelijke. Gelukkig had Luc Geeroms in de week al flink geholpen en enkele kasten naar de kapel gesleurd, waarvoor onze dank Luc. Johny, Hubert en myself verdwenen vlug naar beneden om daar alles te ordenen en nog materiaal aan te halen. Gelukkig had Luc het nodige alaam ter plaatse gelaten zodat dit alles vlot verliep.

Hubert en Johny aan de sleur.

Natuurlijk, beste bloggers, ga ik hier niet te veel uitleg aan deze opbouw verspillen. Het resultaat moeten julie maar op 1 maart komen bekijken en ontdekken. De dag van de opening van de tentoonstelling: ”Aan allen die komen, wees welkom”.
De archeologische werkgroep zal klaar staan om julie met de nodige informatie in te lichten over onze werkzaamheden. Natuurlijk ben ik op die manier voor deze week rap uitverteld. Toch wil ik julie nu al verklappen dat Johny en ik er in geslaagd zijn om reeds 20 bolvormige bekers op typologie te brengen. Zij zijn allen van het type Holwerda 31a, maar één is van het type Howerda 31b. Wat wel opvalt is dat in de onderverdeling er geen elke identiek is en dat we zo aan 20 verschillende vormen zitten binnen de typologie van Holwerda. We moeten nu nog naar Leuven, want daar zijn ook nog 9 bekers aanwezig in M, het stedelijk museum van Leuven (zo heet in het vervolg het stedelijk museum Vander Kelen-Mertens). Toch vermoed ik dat deze trip zal uitgesteld worden tot na de tentoonstelling.
Verder wil ik nog vermelden dat Bert ondanks de ongewone werkdag op zijn elan is doorgegaan en verder gewerkt heeft aan het digitaal fotoarchief, want we kunnen wel al zeggen dat dit een serieus archief geworden is.

En blijven sleuren doen ze.

Onze werknamiddag liep zoals gewoonlijk tegen de klok van 17u 30 ten einde, en ik geloof dat Hubert vandaag het record heeft gebroken in het aantal keren op en neer te pendelen tussen kapel en zolder. Die zal zeker goed slapen.

zondag 10 februari 2008

Logboek 09/02/2008 : 62ste werkdag

Plaats: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Johny De Mol, Bert Deruyck, Hubert Timmerman en Romain De Moor
Werkzaamheden: Opsporen ontbrekende relieken, fotografie, voorbereiding tentoonstelling, rifitting, uitbreiden werkruimte, uitbreiden referentieverzameling
Suggesties: Uitbreiding atelier Hubert

Verslag 62ste werkdag: zaterdag 09/02/2008

Zoals elke week komen we bepakt en beladen toe in het museum. Wat wij allemaal meesleuren, nog slechter als de voil janettenstoet en toch is het nodig: onze determinatielectuur, verlijmd materiaal, fotomateriaal, tas met allerhande schrijf- en notitiemateriaal, enz… Binnenkort hebben we een kleine bestelwagen nodig.

Bert, Hubert en Johny zoals steeds bepakt
en beladen bij aankomst in het museum

Vandaag gaan we nog eens een kleine zoektocht organiseren in de museumkasten. Mijn vermoeden laat uitschijnen dat we nog niet alle bekers Holwerda 31a in ons bezit hebben. Dus gaan Hubert en ik gewapend met het nodige materiaal enkele museumkasten te lijf, en bingo hebben we. In een mum van tijd hebben we nog vijf exemplaren Holwerda 31a te pakken die afkomstig zijn van de site Steenberg. Met deze exemplaren er bij zijn er nu reeds twintig in ons bezit, we weten dat er in Leuven in het Vanderkelen museum ook negen exemplaren aanwezig zijn maakt reeds negenentwintig, daarbij één in privébezit is dertig.
Uit geschriften van Prof. De Laet weten we dat er in totaal vijfendertig exemplaren zijn gevonden, dus moeten we er nog vijf vinden. Waar? Dat moeten we uitknobbelen. Als we die terug vinden en we tellen er de drie stuks bij die Johny heeft samengesteld brengt dit het eindtotaal op achtendertig individuen van dit item. Dit is een eerste resultaat dat aantoont dat het echt nodig was om deze refitting te doen. We zijn ervan overtuigd dat er in het schervenarsenaal dat we nog aan het onderzoeken zijn nog individuen gaan te voorschijn komen. Reeds vijftien van deze bekers zijn volledig gedetermineerd en op type gebracht volgens de typologie van Prof. De Laet. Meer nog, we hebben reeds een type bijgevoegd aan deze lijst dat nog niet beschreven was. We zijn nu volop aan het zoeken naar vergelijkingsmateriaal omtrent dit exemplaar. Om dit onderdeel van de determinatie te vervolledigen zullen we ons met al ons hebben en houden een trip moeten veroorloven om daar de negen overige exemplaren te typeren en bij te voegen aan onze groeiende catalogus. Inderdaad, als ik al onze beschrijvingen eens bekijk, begint dit reeds een aardige cataloog te worden en we zijn lang nog niet half weg.

Hubert aan de slag met de zuignappen,
op zoek naar de resterende bekers type Holwerda 31a.

Ondertussen hebben we eens een kijk genomen op het materiaal ons ter beschikking gesteld door het museum voor de komende tentoonstelling. Samen met Hubert maak ik vlug de opvulling van de kasten en ik heb zo een donkerbruin vermoeden dat we zeker nog 1 kast zouden moeten bij hebben om onze doelstelling te bereiken. Terug op onze zolder begin ik nota’s te nemen van het materiaal dat we gaan tentoonstellen zodat ik de nodige labels kan aanmaken om in de kasten te leggen. Ondertussen is Hubert weer aan de slag in zijn atelier en is Johny druk doende met het materiaal van Aalst weer open te leggen. Maar daarvoor is er weer meer ruimte nodig, en zo wordt onze laatste tafel nog voorradig in de strijd geworpen. Ook in het atelier van Hubert wordt het krap en zijn uitbreidingswerken nodig. Er wordt ook besloten om nog een plaat ingedeeld in vakken op te stellen waar al het materiaal waarvan er al één exemplaar in de referentieverzameling zit onder te brengen. Op die manier gaan we nu echt alle verschillende soorten kunnen indelen en zullen binnenkort mischien de eerste tellingen kunnen gebeuren.
Na het opnemen van mijn notities begeef ik me weer aan de beschrijving van de referentieverzameling, naarmate deze groeit wordt het steeds moeilijker om de verschillende soorten gescheiden te houden. Plots wordt de stilte doorbroken want onze superrefitter heeft weer prijs, een viertal fraaie versierde sigillatascherven worden herenigd, en het zijn zeker niet de minste. Weerom is er een exemplaar bij met een Sint-Andrieskruis, typisch voor de site van Graufesenque en de graszoden die typerend zijn voor de periode van keizer Domitianus.

Twee prachtig samengestelde versierde sigillatascherven.

Met deze gelukstreffer zit er onze dagtaak in het museum weer ver op. Na een laatste nabeschouwing betreden we weer het aardse tranendal en onder een warme winterzon keren we stulpwaarts naar moeder de vrouw. Waar zouden we anders heen gaan?

dinsdag 5 februari 2008

Logboek 02/02/2008 : 61ste werkdag

Locatie: “Oud Hospitaal”, Stedelijk Museum Stad Aalst
Tijdstip: 14u tot 17u30
Aanwezigen: Johnny De Mol, Anne De Geyter, Hubert Timmerman, Willy Van Paepeghem, Bert Deruyck
Werkzaamheden: Uitbreiding referentieverzameling, fotografie, inventariseren en refitten
Suggesties: Uitbreiding atelier Hubert

Verslag 61ste werkdag: zaterdag 02/02/2008

Ja ik weet het, het is wat laat maar met die zotte dagen in de stad mag dat al eens zeker. Deze carnavalswerkdag ben ik zelf niet aanwezig op onze zolder, tot grote schande en oneer van iedereen die het wil oren, maar ik stort me inderdaad voor één maal liever in die zalige zotte wereld. Doch geen getreur want mijn trouwe werkmakkers zijn wel aanwezig, en hoe.
Naar ik vernomen heb is er goed gewerkt en aan de foto’s te zien die me zijn doorgestuurd is dat zeker waar.
Onze vriend Johnny heeft twee scherven van terra sigillata samengebracht met het typische patroon van de Grauvesenque site uit Zuid-Frankrijk.

Terra sigillata scherf met het typische
driehoekspatroon van Grauvesenque.

Dit is een type sigillata dat regelmatig voorkomt op de site Steenberg. Willy heeft zich verder op de uitbreiding gestort van de referentieverzameling in samenwerking met Johnny. Deze heeft Willy wat wegwijs gemaakt in het typeren en determineren van de scherven met de verwijzingen naar de verschillende typologieën. Het komt er op neer dat men de ene typologie moet vergelijken met de andere om de exacte en meest uitgebreide determinatie te kunnen toepassen, daarom dat men soms bij een voorwerp verwijzingen ziet naar verschillende typologieën. Dit lijkt allemaal nogal warrig maar eens men de juiste werkmethode verstaat blijkt dat allemaal nogal meet te vallen, enkel geduld en zoeken en niet te vlug conclusies trekken is de boodschap. Ook is het aangeraden om jouw eigen determinatie voor te leggen aan een andere collega om na te gaan dat men op dezelfde golflengte werkt. Momenteel ligt mijn bureau thuis vol met aantekeningen en opmerkingen, met gemaakte vergelijkingen en dergelijke meer. En dan vraag ik me af, hoe ga ik dit alles omzetten in een juiste context. De verwerking van dit alle is inderdaad een hele opdracht, maar ik ben er zeker van dat we dit alles tot een goed einde zullen brengen.
Onze twee fotografen Anne en Bert hebben zich ook niet onbetuigd gelaten en zijn er volop ingevlogen, dat merk ik aan het aantal opnames die me zijn overgemaakt. Een ruwe schatting van de reeds gemaakte opnames doet me uitkomen op ongeveer 1500 opnames. Rekening houdend dat elk stuk twee of meerdere malen moet worden gefotografeerd.

Bert en Anne in volle overleg bij een te maken opname,
je zou er honger van krijgen.
Ook Hubert was weer druk aan de slag in zijn atelier. Daar zullen we de komende weken ook eens moeten aan werken want dat begint daar echt krap te worden. De lijst die Hubert reeds heeft opgemaakt met de verlijmde stukken begint echt indrukwekkend te worden. Week na week groeit deze aan. Dit wordt een heel belangrijke lijst voor de latere verwerking. Hierin wordt alles vermeld, niet alleen de nummering maar ook de typering van de voorwerpen. Ook de context waaruit elke scherf komt wordt opgenomen, zodat we later bij eventueel meningsverschil steeds kunnen teruggrijpen naar dit item.
Ik kan me voorstellen dat rond de klok van 17u30 iedereen tevreden en voldaan is teruggekeerd naar zijn stulp terwijl in de stad alle zottigheid losbarst.