Ha, daar is ie weer, onze goeie ouwe zolder. Na 14 dagen een blij weerzien met een goede vriend. Vandaag niet getreuzeld, de museumkasten moeten gevuld worden en daarbovenop krijgen we nog bezoek van Ann, een lieve toffe dame die bereid is om mee te werken aan een belangrijk onderdeel van ons project. Deze dame is lerares in de Aalsterse academie, en geeft les in pottenbakken en ceramiek. Zij is bereid aan de hand van scherven en documentatie een aantal replica’s te maken van het dagelijks waar wij geen volledige individuen van bezitten. Zij wil dit natuurlijk zo getrouw mogelijk doen en wetenschappelijk verantwoord natuurlijk. De ontmoeting met Ann verloopt zeer vlot en algauw lijkt zij geboeid door de variatie aan materiaal die we bezitten. Met kennis van zaken neemt zij een beeld in haar op en spreken we af dat ik haar in de loop van de week enkele vormen doorstuur met de nodige documentatie zodat zij weet waar we naar toe willen. Dit is natuurlijk een fase in ons project dat heel belangrijk en tegelijkertijd leerzaam is. We hopen op gunstige resultaten en een fijne samenwerking met Ann.

Ann, Romain en Johnny bij de referentieverzameling van het aardewerk in druk overleg over de te volgen strategie.
Terug tot de orde van de dag, Hubert en ik werpen ons in de strijd voor het opvullen van de museumkasten. We besluiten om deze niet meer op te stellen zoals voorheen maar trachten het over een gans andere boeg te gooien en de opstelling een ander tintje te geven. Het ligt in onze bedoeling om reeds een eerste beeld te geven over de resultaten die we reeds behaald hebben met de refitting, determinatie en kwalificatie van conservering. Het gaat hem ook niet zozeer over de hoeveelheid die we in de kasten leggen maar meer over de variatie van materialen die we willen laten primeren.

Hubert bij de opstelling in de vitrinekast, behoedzaam en voorzichtig zoals het een echte conserveerder kenmerkt.
Zo zal men kunnen vaststellen dat niet alle Holwerda’s 31a zijn tentoongesteld maar wel verschillende types van dit soort aardewerk. We willen ook alle voorwerpen die we tentoonstellen benoemen met de juiste wetenschappelijke benamingen en termen zodat het voor de bezoeker gemakkelijk uit te maken is wat voor voorwerpen hij te zien krijgt. Terwijl laat Johnny zich natuurlijk niet onbetuigd bij het refittingswerk. Tussen het op en neer hollen van mij en Hubert slaagt hij er in om een prachtige hals van een kruikje samen te stellen.. Dankzij Ann zullen we binnenkort meer kunnen vertellen over de soort klei die er gebruikt is waaruit het aardewerk is vervaardigd. We weten natuurlijk reeds dat er veel gebruik is gemaakt van Boomse en Ruppelklei. Doch er zit nog veel meer variatie in de gebruikte soorten. Al deze gegevens die we hierover kunnen verzamelen worden natuurlijk ingebracht in ons fiche systeem dat in kort zal verwerkt worden in een database. Deze database is eigenlijk een van onze einddoelen want daarin zal ook de kartering moeten verwerkt worden van de verspreiding van het materiaal op de site. Dit natuurlijk in de mate van het mogelijke dat nog te achterhalen is.
Ik ben zeker dat dit nog verrassende resultaten zal opleveren. Men moet namelijk weten dat als we de verspreiding van het materiaal kunnen reconstrueren, het ook mogelijk moet zijn om een groot gedeelte van de levensgewoonte op de site te kunnen achterhalen. Dit zal zeker nog stof tot discussie opleveren. En om deze discussies te kunnen voeren is het nodig dat we zo goed mogelijk gedocumenteerd zijn met zoveel mogelijk informatie betreffende het bestudeerde materiaal. Het is ook daarom dat een eerste publicatie op zich laat wachten. We willen zo goed mogelijk en zo compleet mogelijk gedocumenteerd zijn voor we ons aan bepaalde vaststellingen en hypotheses wagen.
En ja, weer slaat de klok onverbiddelijk toe. Met halfgevulde kasten maar met een goed gevoel trekken we stulpwaarts. Een goed gevoel omdat we er zeker van zijn dat we vandaag een toffe, fijne en vooral enthousiaste medewerkster hebben bij gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten