zondag 9 november 2008

Verslag 94ste werkdag: zaterdag 08/11/2008

Gauw achter de computer om zo veel mogelijk stukken van de referentieverzameling in te voeren. Dat was de gedachte waar ik vandaag mee naar de zolder trok. De doelstelling was om vandaag het item van de kommen te kunnen afwerken. Maar eerst geproefd van de excellente notenporto die onze goede vriend Hugo had meegebracht. Miljaar is dat goed spul zeg. “Proficiat, Hugo, zoiets krijg je niet gauw te proeven”.
Johnny ging dadelijk over aan de refitting en kwam met een foutmelding binnen de terra sigillata verzameling: een Drag. 24 is nog altijd geen Drag. 38. Goed opgemerkt! Zou dat van die porto zijn? Terwijl Hubert met zijn fotoaparaat aan de slag ging, zette ik mij dus aan het werk om zoveel mogelijk stukken te verwerken en te beschrijven. Wat me dadelijk opviel is dat we vrij veel scherven hebben van het type kommen Stuart 211. Typerend aan deze soort kommen is dat zij allen een naar binnen geslagen rand hebben met een verdikking. De meesten zijn gemaakt uit grijsblauwe Rupeliaanse klei. Zij zijn gedateerd midden IIde eeuw. Dit is weeral een indicatie die we enkel kunnen maken op basis van groeperingen en ordenen van het materiaal, of om uit te drukken in de juiste vakterm, op basis van typochronologie. Terwijl wij dapper aan de slag zijn, krijgen we bezoek uit het Gentse: een collega, Philip, komt ons opzoeken op onze zolder. Graag staan we hem te woord over wat ons werk inhoud en van de uiteindelijke doelstelling.

Romain geeft maar al te graag een woordje uitleg bij het opstellen van de referentiefiches.

We vermoeden dat onze gast aangenaam verrast is en hopen hem in de toekomst te mogen verwelkomen als medewerker op onze zolder. Want ons devies blijft zoals steeds: “Hoe meer zielen hoe meer vreugde”. Vele handen maken het werk lichter doch steeds de gouden regel toepassend: niemand is iets of wat verplicht en elk steentje dat wordt bijgedragen aanvaarden we als een goudklompje. Terwijl we bezig zijn met nog een woordje uitleg te verschaffen komt Johnny aandraven met een mooie refitting van het type Drag. 33. Een prachtige scherf wordt aangepast aan een bijna volledige rand. Dit is weer een sterk staaltje van opmerkingsgave door onze vriend.

Voorbeeld van het type Drag. 33.

Hubert meldt een wel droeve vaststelling: bij het maken van een prachtserie foto’s moet onze vriend jammer genoeg vaststellen dat de lijm die we gebruiken van mindere kwaliteit is; verschillende objecten komen zomaar los. Een probleem dat we hoognodig eens met Patrick moeten bespreken. Op deze manier zijn sommige objecten echt onhandelbaar, en dit kunnen we ons niet veroorloven daar we ze nog meerdere malen zullen moeten behandelen en uitpakken naar archivering en beschrijving toe. Een PROBLEEM. Voor Johnny is dit ook vervelend want hij kan echt niet voortdurend elk object opnieuw verlijmen.
De bezoekerstoeloop neemt toe, zelfs mijn echtgenote en dochter met haar vriend komen even poolshoogte nemen naar onze werkzaamheden.

Opname van Hubert: een klein deel van het verlijmde kruikenwaar.

Ondertussen gaan we verder, en maakt Hugo een terechte opmerking dat als we het materiaal van Leuven zullen hebben er nog meer problemen zullen opduiken naar refitting, plaatsgebrek en dergelijke meer. Ik kan hem nu reeds verzekeren dat het plaatsgebrek niet zo erg zal zijn daar de omvang van het materiaal het minste in aantal is, maar niet onbelangrijk. Ik vermoed dat het grootste deel van de terra sigillata uit die verzameling het beste zal aansluiten op deze van de collectie uit Aalst. Daar onderpastoor De Brouwer dit materiaal aan Leuven heeft geschonken en dus uit dezelfde collectie van Aalst komt. Onderzoek zal licht brengen in deze zaak.
En ja. Het is weeral tijd om de deuren op onze zolder af te sluiten, dit vervelend moment komt elke week terug, en daar vinden we ook geen sluitende oplossing voor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten